donderdag 2 februari 2012

Hier kijkt niemand nog naar ons om

Een bed voor elke dakloze asielzoeker, dat was gisteren de ambitieuze belofte van staatssecretaris Maggie De Block (Open VLD) om de opvangcrisis te bezweren. Tientallen asielzoekers dwongen de voorbije maanden noodgedwongen zelf een oplossing af. Door leegstaande huizen te kraken. Als kraker lijken ze nauwelijks beter af dan hun lotgenoten op straat, want uit het oog, is uit het hart. 
Dinsdag, 21.30 uur

Suleiman Balde (25) neemt ons mee naar zijn kamer op de bovenste verdieping in een kraakpand in Elsene. Er liggen zo veel matrassen, ook in de nok van het huis, dat het niet meteen duidelijk is hoeveel mensen hier slapen. ‘Veel', zegt hij. ‘Maar dat is niet erg, ik ben al blij dat ik een dak boven mijn hoofd heb.'

Vorige zomer vroeg Suleiman, afkomstig uit Guinee-Bissau in West-Afrika, in ons land asiel aan. ‘Om gezondheidsredenen', zegt hij vaag. Pas in december kon de Dienst Vreemdelingenzaken zijn dossier aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen overmaken.

‘Tot twaalf keer toe kon mijn interview bij Vreemdelingenzaken niet doorgaan omdat ze geen tolk Creools vonden', zegt Suleiman.

Al die tijd sliep hij op straat, omdat Fedasil hem geen opvangplaats kon geven. ‘Wij hebben toch het recht om goed te slapen? Wij hebben toch het recht om eten te krijgen? Toch heb ik vijf maanden door de straten van Brussel moeten dwalen, omdat niemand me wilde helpen.'

‘Twee nachten sliep ik in het Noordstation, daarna twee nachten in het Zuidstation, zo wisselde ik telkens af. Maar eenvoudig was het niet. Om middernacht werden we uit het station weggejaagd, pas om vier uur konden we terug binnen. Mijn rugzak is er gestolen, met alles wat ik had. Ik deed nauwelijks een oog dicht.'

Eind vorig jaar sloot Suleiman zich aan bij een zeventigtal lotgenoten die op het Fernand Cocqplein in Elsene hun tent opzetten (niet meer dan een zeil vastgebonden aan een boom). Met de steun van enkele activisten eisten ze een oplossing van de gemeente. Die bestond uit een kraakpand, waar ze nu al twee maanden worden gedoogd.

Op het eerste gezicht lijkt de locatie een statig herenhuis te zijn. Maar planken voor de ramen verraden de bouwval. Het is negen uur 's avonds wanneer we aanbellen. Er brandt overal licht. Met 45 slapen ze nu in het gebouw, asielzoekers én sans-papiers.

Hoeveel ‘squads' zoals deze er in Brussel zijn, weet niemand. Af en toe probeert het Rode Kruis langs te komen, om de grootste noden te lenigen. Maar doorgaans staan deze mensen er alleen voor.

Verschillende asielzoekers die in het kraakpand verbleven, kregen de voorbije maanden toch nog een plaats van Fedasil. ‘Alleen omdat ze met hun actie op het gemeenteplein Fedasil onder druk hadden gezet. Maar het kan toch niet dat elke asielzoeker naar een drukkingswapen moet grijpen', zegt de jonge Belgische Amandine, die de bewoners vergezelt.

Hun tijd brengen ze door met praten en thee drinken. ‘We hebben niets om handen.' En met het kijken naar Euronews. Elektriciteit is er, maar geen verwarming en geen warm water. Tot eind maart mogen ze er blijven, dan moeten ze weg. Waarheen?

Suleiman haalt de schouders op. ‘Opnieuw de straat op.'

Lees verder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten