dinsdag 13 december 2011

Acht ngo's strijden samen tegen opvangcrisis

(Belga) Acht Belgische ngo's hebben de handen in elkaar geslagen tegen de opvangcrisis die voor de derde winter op rij dreigt toe te slaan in ons land. Met het consortium "SOS Opvang" organiseren ze noodhulp voor de mensen met recht op opvang die op straat moeten slapen. Hiermee willen de ngo's een sterk signaal geven aan de nieuwe regering om dringend voor extra opvangplaatsen te zorgen.
Acht ngo's strijden samen tegen opvangcrisis
Acht ngo's strijden samen tegen opvangcrisis
Door plaatsgebrek in het opvangnetwerk van Fedasil (Federaal Agentschap voor de opvang) belanden asielzoekers, families met kinderen en niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op straat die recht hebben op opvang. Ze dreigen te moeten overleven zonder een dak boven een hoofd, zonder eten en zonder begeleiding, klinkt het. Volgens het noodhulpproject "SOS opvang" is dit een flagrante overtreding van de wet en worden ook engagementen op internationaal niveau niet gerespecteerd. Daarom wordt nu noodhulp aangeboden. Overdag kunnen de getroffen mensen terecht in een soeppunt op de Antwerpsesteenweg in Brussel voor sociale, juridische en medische begeleiding en 's nachts is er een slaapplaats voor de meest kwetsbaren. Het consortium bestaat uit vier ngo's met een internationaal mandaat (11.11.11, Dokters van de Wereld, Oxfam, en UNICEF België) en de ngo's Caritas International, CIRE, Convivial en Vluchtelingenwerk Vlaanderen. (MVL)

Vakbonden voeren actie voor Fedasil-centrum in Jumet

© photo news
Voor het centrum van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) in Jumet hebben de vakbonden vandaag actie gevoerd. Ze zijn bang dat ze binnenkort alleen nog mensen met zware ziektes, handicaps of psychiatrische problemen over de vloer zullen krijgen en dat ze te veel mensen zullen moeten opvangen.
In de centra van Fedasil is een reorganisatie aangekondigd, en daarbij zou het agentschap volgens de vakbonden een doelgroepenpolitiek gaan voeren. Het personeel van het centrum in Jumet hekelt het gebrek aan informatie rond de nieuwe plannen. Mochten de mensen met zware ziektes naar Jumet komen, dan eisen de vakbonden ook aangepaste opleidingen voor het personeel.
 
In het centrum van Fedasil in Jumet verblijven nu zo'n 140 mensen.

Vluchtelingen in ander pand

OUDENBOSCH; - In het flatgebouw op de hoek van de Markt en het Jan Gielenplein in Oudenbosch komen geen statushouders.
Bernardus Wonen vindt het gebouw bij nader inzien niet geschikt voor de huisvesting van vluchtelingen met een verblijfsvergunning.

In plaats daarvan zoekt de woningbouwcorporatie naar andere woningen. Iedere gemeente moet jaarlijks een aantal statushouders opvangen. Halderberge heeft daarin een achterstand opgelopen. In het pand op het Jan Gielenplein zou de achterstand in één klap wegewerkt zijn.

Dit jaar moeten nog vier vuchtelingen met een status een woning krijgen, volgend jaar zijn dat er opnieuw vier. Ger Luijsterburg van Bernardus Wonen verwacht dat de achterstand voor juli is ingelopen.

"Toen in BN DeStem stond dat er statushouders in dit pand op de Markt zouden komen, waren wij nog in de onderzoeksfase. Bij de gemeente kwamen reacties van omwonenden, waarna we die hebben bijgepraat tijdens een bijeenkomst", zegt Luijsterburg. 

De woningen in het bewuste flatgebouw zijn eerder bewoond door mensen met een verstandelijke beperking. Die zijn vorig jaar verhuisd naar de Haven in Oudenbosch. Sindsdien staat het pand leeg.

Luijsterburg: "De statushouders wonen zonder begeleiding. De appartementen zijn gebouwd voor begeleid wonen. Dat maakt ze niet geschikt."

Campagne wijst op menselijke kant vluchtelingen

De projectgroep Vluchtelingen van de Raad van Kerken start een campagne onder de titel 'Het gaat om mensen'. De campagne wil duidelijk maken dat het om concrete mensen gaat in de vragen rond vluchtelingen in Nederland. 


Met het motto 'Hoe gevoelig ben je?' op posters en in verhalen doet men een appèl op de kerkelijke achterban om zich te verdiepen in de persoonlijke consequenties van mensen die moeten vluchten. 


Aanleiding voor de campagne vormt de ergernis over de politiek, die de neiging heeft om over vluchtelingen te spreken in versluierende algemene taal. Het gaat dan niet meer om het verdriet, de angst en de zorgen van concrete mensen met een naam, maar over een 'vloedgolf van vluchtelingen', 'een statistisch lastige problematiek' en andere analyses die onvoldoende de pijn van individuele mensen weergeven. 


De projectgroep heeft persoonlijke verhalen beschikbaar die men kan lezen in boekjes en via de website. Er zijn posters die appelleren aan de thematiek en er zijn ontmoetingen van mensen op lokaal niveau. 


De campagne sluit aan bij de dag van de mensenrechten en is afgestemd met de inzet van enkele partners van de Raad van Kerken, zoals VluchtelingenWerk Nederland, die in december campagne voert onder het thema 'Leven in veiligheid'. Ook daarin staat het verhaal van de vluchteling centraal. 


ga naar artikel

Of de asielzoeker geworteld is mag zeker een rol spelen, maar dan wel in nieuw beleid

Als burgemeester van Maastricht schreef Gerd Leers meermalen brieven naar Den Haag om te pleiten voor schrijnende gevallen onder de Maastrichtse asielzoekers. Minister Leers moet nu voortaan zijn oude ik, namelijk de burgemeester, naast zich op het pluche laten zitten om te beoordelen of een uitgeprocedeerde asielzoeker bij uitzondering toch in Nederland mag blijven.
Dat is de boodschap van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, die door minister Leers (immigratie en asiel) was gevraagd te kijken naar de invulling van zijn discretionaire bevoegdheid. Daarmee kan de minister aan het eind van de lange asielprocedure aan uitgeprocedeerde mensen in schrijnende gevallen alsnog een verblijfsvergunning toekennen.

De uitkomst van het advies verbaast niet. Leers opperde al begin dit jaar dat het lokale bestuur een grotere rol moet krijgen. Het rapport geeft hem zijn zin: de minister zou moeten luisteren naar burgemeesters en lokale organisaties voor hij zijn oordeel velt. De gemeenten weten immers in hoeverre de asielzoeker geworteld is.

Dat klinkt sympathiek, maar het valt te bezien of het werkt. Het komt neer op het optuigen van weer een extra beoordelingsorgaan. Leers worstelt zichtbaar met zijn taak en de harde kanten ervan, maar het is wel zijn verantwoordelijkheid. De ministeriële discretionaire bevoegdheid is er voor individuele gevallen en moet in stilte worden uitgeoefend. Natuurlijk is het goed als de minister daarbij zijn licht opsteekt bij burgemeesters, en hij kan rekening houden met de mate van geïntegreerdheid zoveel als hij wil. Zodra deze bevoegdheid echter wordt opgesierd met een breed maatschappelijk adviesorgaan, duurt het niet lang of er is sprake van beleid, van nieuwe regels. Het Sahar-criterium dat Leers introduceerde - Afghaanse verwesterde meisjes die hier acht jaar zijn, mogen niet uitgezet - was al een eerste stap.

Bovendien leert de Duitse ervaring met dit soort lokale adviesraden dat willekeur op de loer ligt. Laten we er niet omheen draaien: voor mooie en slimme kinderen die het keurig doen op school, zet iedereen zich graag in. Maar wat doen we als asielzoekers niet sympathiek zijn, ziek of zwak en daardoor moeilijk wortelen, maar wel een schrijnend geval zijn? Ook kan het nogal verschillen per gemeente hoe actief men zich inzet voor de eigen asielzoekers.

Leers zal vroeg of laat moeten komen met een ruimhartiger asielbeleid. Te beginnen met de hier gewortelde minderjarige asielzoekers.


ga naar artikel

IND zet gemartelde asielzoekers uit

De Immigratie- en Naturalisatiedienst IND wijst te veel verzoeken af van asielzoekers die in het land van herkomst zijn gemarteld. Dat stelt het nieuwe Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek (Immo) "Gemartelde mensen hebben recht op asiel. Die kun je niet terugsturen", aldus directeur Riëtte Mellink.
Immo start op 1 januari met een kleine betaalde staf en een groot aantal psychologen en psychiaters dat onbetaald meewerkt. Het instituut neemt het werk over van de medische onderzoeksgroep van Amnesty International die al sinds 1977 bestaat. "Dit is nu nog een particulier initiatief. Maar eigenlijk zouden de IND of minister Leers onze diensten moeten inkopen", zegt Mellink. "Effectief, forensisch-medisch onderzoek naar marteling en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straf, zoals afgesproken in het Istanbul Protocol van de Verenigde Naties, is echt nog een hiaat in onze asielprocedure."

Beperkt onderzoek
Zij wijst daarbij op eerdere ervaringen van de onderzoeksgroep van Amnesty. Die werd vaak ingezet door een advocaat na afwijzingen bij een asielaanvraag, waarna de gemartelde asielzoeker na het onderzoek vaak alsnog een verblijfsvergunning kreeg. "Onze voorgangers konden, als kleine organisatie, slechts beperkt onderzoek doen. Er zijn dus ook gemartelde asielzoekers teruggestuurd naar het land waar ze vervolgd werden", aldus Mellink. "Wij achten dat zeker waarschijnlijk", laat Amnesty weten. Mellink: "Je durft er niet aan te denken wat er daar, bij terugkeer, met ze gebeurt. "

Immo wil in 2012 170 onderzoeken doen. Dat moet in vijf jaar oplopen naar jaarlijks zo'n 900. Die onderzoeken, bij vermoedens van marteling of andere inhumane behandeling, moeten dan bij voorkeur zo vroeg mogelijk en binnen de standaardprocedure worden uitgevoerd. "Dat onderzoek dient dan als steunbewijs. Mensen met zulke traumatische ervaringen zijn, door schaamte, angst of wantrouwen, niet altijd meteen in staat een vreemde het hele verhaal coherent en consistent uit de doeken te doen", zegt Mellink.

Hete ijzers
"Er is een recent voorbeeld van een politiek activiste uit Oeganda die met hete ijzers en brandstof was gemarteld. Geconfronteerd met de afschuwelijke littekens brak de IND-medewerker het verhoor af, omdat zij er onwel van werd", vertelt GZ-psychologe Mellink. "Die asielzoekster kreeg in eerste instantie geen vergunning. Ze had niet de juiste identiteitspapieren en de IND achtte onvoldoende bewezen dat haar littekens het gevolg waren van marteling. Dan moet je dus forensisch-medisch onderzoek laten uitvoeren. Dat is de volgende stap naar een rechtvaardige en zorgvuldige asielprocedure die minister Leers nastreeft."

Er is deze week een kennismakingsgesprek tussen Immo en IND. Hoofddirecteur Van Lint herkent zich niet in de kritiek op zijn dienst en wil van Immo concrete voorbeelden die de klachten onderbouwen.

Forensisch-medisch onderzoek lijkt, nu en in de toekomst, geen prioriteit voor de IND, blijkt uit de reactie van Van Lint: "Uiteraard zal de inhoud van de rapportages van Immo worden meegewogen bij de beoordeling, maar aan de hand van littekenweefsel kan op zich niet worden vastgesteld door wie de littekens zijn aangebracht. Het is daarom belangrijker dat het relaas van de asielzoeker als geheel geloofwaardig is. Het tonen van littekens is dan niet eens nodig."

Ernstig signaal aan regering over Jossef

HAARLEM - ,,Deze motie telt in Den Haag.’’ Dat is de overtuiging van de statenleden Xander den Uyl (PvdA) en Johan Kardol (ChristenUnie/SGP). Zij dienden maandagavond de motie in tegen het uitzetten van asielzoekers die voor hun elfde jaar naar ons land komen en hier al langer dan acht jaar wonen. In de motie wordt de situatie rond de Alkmaarse asielzoeker Jossef met name genoemd.
Een meerderheid van Provinciale Staten heeft zich achter de motie geschaard, die verder stelde dat Noord-Holland een veilige provincie moet zijn voor alle kinderen.
Den Uyl: ,,De gemeenteraad van Alkmaar heeft een motie ten behoeve van Jossef aangenomen. Wij als Staten hadden het gevoel dat we onze steun voor die motie moesten uitspreken, omdat Jossef ook een ingezetene van onze provincie is. Ook Provinciale Staten vindt dus dat jeugdige asielzoekers, die hier voor hun elfde ons land zijn binnengekomen, de procedure niet hebben gefrustreerd en die langer in ons land wonen dan acht jaar, niet mogen worden uitgezet.’’
Den Uyl verwijst naar de PvdA-fractie in de Tweede Kamer, die bezig is een gelijksoortige initiatief-wetsontwerp op te stellen: ,,Wij beschouwen dit ook als steun voor dat wetsontwerp.’’
Ook mede-indiener Kardol stelt de kwestie zeer ernstig te nemen: ,,Dit is zeker een signaal naar Den Haag. De zaak rond Jossef vinden wij zeer merkwaardig. Hij is al acht jaar hier en heeft de procedures niet gefrustreerd. Zo’n jongen moet je niet willen uitzetten.’’
Kardol stelt verder dat de landelijke procedures in Nederland zeer traag worden uitgevoerd. Hij vindt dan ook dat als iemand daar gebruik van maakt, diegene daar weer niet het slachtoffer van mag worden.
De fractievoorzitter van CU/SGP pleit er dan ook voor een asielzoeker zo snel mogelijk na zijn komst in ons land duidelijkheid te geven over de mogelijkheid hier te blijven of niet.
Invloed
Over de invloed van de motie in Den Haag: ,,Deze telt volgens mij zeker. Noord-Holland heeft 2,6 miljoen inwoners. Verder is het economisch gezien een zeer belangrijke provincie. Als Provinciale Staten dan zeggen dat de landelijke politiek in een bepaalde kwestie niet goed heeft gereageerd, dan moet dat invloed hebben.’’

Mensenrechtenhof veroordeelt België voor opsluiting asielzoekers

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dinsdag de Belgische staat veroordeeld omdat ze drie minderjarige asielzoekers samen met hun moeder vier maanden lang had opgesloten in het gesloten vluchtelingenopvangcentrum 127bis in Steenokkerzeel. Volgens het EHRM in Straatsburg hebben de kinderen een onmenselijke behandeling ondergaan en zijn zowel kinderen als moeder het slachtoffer geweest van een onwettige detentie.



De moeder en drie kinderen, die nu 15, 13 en 10 jaar oud zijn, kwamen in januari 2009 in België aan vanuit Sri Lanka en vroegen onmiddellijk asiel aan. De moeder vreesde vervolgd te worden omdat ze tot de etnische groep van de Tamil behoort. Die eerste aanvraag werd in maart 2009 definitief verworpen, maar ondertussen had het gezin een tweede aanvraag ingediend, die uiteindelijk in september 2009 wel werd goedgekeurd.
Moeder en kinderen verbleven sinds hun aankomst in België in het gesloten vluchtelingenopvangcentrum 127bis in Steenokkerzeel. In maart dreigden ze zelfs het land te worden uitgezet, maar een voorlopige beslissing van het EHRM stak daar een stokje voor. Een maand later, in april, werd het gezin vrijgelaten en sindsdien verblijven ze legaal in België.
Het Europees Hof heeft België nu veroordeeld voor de opsluiting van de kinderen in Steenokkerzeel. Volgens het EHRM moest de Belgische overheid weten dat die nefast kon zijn voor hun verdere ontwikkeling. Ook de gevangenschap van de moeder was volgens het EHRM onterecht. Het gezin krijgt een schadevergoeding van 50.650 euro.