woensdag 8 februari 2012

Birmese vluchtelingen aarzelen over terugkeer


MAE LA - Nu de mensenrechtensituatie in Birma langzaam lijkt te verbeteren, wordt gesproken over repatriëring van vluchtelingen. Maar nog elke maand vluchten duizend Birmezen de grens over naar Thailand.
De predikant staat voor meer dan driehonderd jonge Birmese vluchtelingen die in een verweerde kerk in de Thaise jungle bijeen zijn voor het ochtendgebed. 'Er is een tijd voor oorlog en een tijd voor vrede. Drieënzestig jaar is lang genoeg om te moorden. Ik hoop jullie allemaal snel te zien ...

GroenLinks geeft lekkernij aan vluchteling

HOOFDDORP - GroenLinks deelt in Hoofddorp valentijnslekkernijtjes uit aan vluchtelingen en aan de medewerkers van Vluchtelingenwerk. Aanleiding is de actie Kinderpardon van Tweede Kamerlid Tofik Dibi en de recente perikelen rond de jonge Angolees Mauro.
Fractievoorzitter Els Berk zal de valentijnslekkernij zondag 12 februari uitdelen tijdens een gezinsbijeenkomst van vluchtelingen in buurtcentrum 't Kattegat.

Diezelfde dag woont de GroenLinks-fractie ook een wake bij op Schiphol-Oost bij het detentiecentrum. Deze vluchtelingenwake wordt elke twee weken georganiseerd door de Raad van Kerken Hoofddorp. De groep vertrekt om 13.30 vanaf het kerkplein van de Joannes de Doperkerk, Kruisweg 1061.

Vluchtelingen voelen zich thuis in Hattem

HATTEM - Hoewel vluchtelingen in eerste instantie niet blij zijn met het vooruitzicht om in Hattem te gaan wonen, blijkt uit praktijk dat zij zich na een aantal maanden helemaal thuis voelen in de IJsselstad. De nieuwe Hattemers worden begeleid door Vluchtelingencontact Hattem. Afgelopen jaar was er begeleiding voor zes gezinnen.

door Angela van Erven

Doel van de begeleiding is het geestelijk en maatschappelijk welzijn van vluchtelingen, asielzoekers en nieuwkomers in Hattem te bevorderen. Kerntaken hierin zijn maatschappelijke en juridische begeleiding, ondersteuning bij taalverwerving, onderwijs en het vinden van werk, sociaal-culturele activiteiten en draagvlakverbreding. Stichting Vluchtelingencontact, is sinds 1 januari 2007 een zelfstandige stichting met een parttime coördinator, Rita van der Kolk, in dienst.Naast de coördinator zijn Hammie de Boer, Margreet Paap en Riet Oosterveer al jaren de drijvende krachten achter het vluchtelingenwerk in de Hanzestad. Enthousiast vertellen zij over de belangrijke taak van de stichting: ,,De eerste maanden is de begeleiding intensief. Alles moet worden geregeld. De begeleiding wordt langzaam afgebouwd met zelfredzaamheid voor ogen. Doel is dat de nieuwe Hattemers integreren en zich gelukkig gaan voelen in Hattem. Over het algemeen zijn de vluchtelingen blij dat ze door ons worden begeleidt. Om integratie goed te laten verlopen hebben wij gekozen voor een begeleiding van 2 jaar, in andere plaatsen is dit veel minder met alle gevolgen van dien. Het is belangrijk dat vluchtelingen de eigen identiteit bewaren maar zich ook aanpassen aan de cultuur, anders redden ze het niet in Nederland. Vluchtelingen geven aan niet zonder de hulp van Vluchtelingencontact te kunnen. Ook voor de Nederlandse bevolking en gemeenten is het van belang dat de stichting bestaat. Vaak horen wij de vraag waar de vluchtelingen in Hattem wonen, terwijl 37 woningen bewoond worden door nieuwe Hattemers. Dat is een teken dat het goed gaat, vluchtelingen zijn onzichtbaar en volledig geïntegreerd''.
Naast de begeleiding helpen taalcoaches van Vluchtelingencontact met de Nederlandse taal en wordt maandelijks een praatgroep voor Buitenlandse vrouwen in MFC de Marke georganiseerd.
Momenteel zijn bijna 20 vrijwilligers actief binnen Vluchtelingencontact Hattem: ,,Vrijwilligers die zich allemaal voor 200 % inzetten. Vrijwilliger bij een vluchtelingenwerkgroep is participeren en ondersteunen in een ingewikkeld ontwikkelingsproces. Een proces, waarbij mensen vanuit een andere cultuur, hun weg moeten vinden in de Nederlandse samenleving. Een taak die niet licht kan worden opgevat, omdat de begeleidingsvraagstukken van deze nieuwe medeburgers vaak complex zijn. Het is leuk vrijwilligerswerk. Je doet het niet alleen voor de samenleving en vluchteling maar leert ontzettend veel van de wereld door de ogen van de vluchteling'', aldus het bestuur.
Zorgen maakt het bestuur zich over de nieuwe voorstellen van het kabinet. Deze zorgen zijn in een brief naar de gemeente Hattem onder woorden gebracht. De komende jaren blijft de essentiële maatschappelijke begeleiding binnen Hattem gewaarborgd, zo heeft de gemeente toegezegd aan Vluchtelingencontact.

Op de foto het bestuur van stichting Vluchtelingencontact Hattem; voorzitter Margreet Paap, penningmeester Hammie de Boer en secretaris Riet Oosterveer.

Geen steun voor motie GroenLinks over minderjarige asielzoekers

Lansingerland – Het leek haar een mooi moment, de eerste raadsvergadering van het jaar. Ivana Citterbartová wilde met een motie steun betuigen aan een initiatiefwetsvoorstel van PvdA en ChristenUnie. De wet moet mogelijk maken dat minderjarigen, die meer dan acht jaar in Nederland wonen en hier geworteld zijn, niet terug worden gestuurd naar hun land van herkomst. Maar haar motie kreeg onvoldoende steun van de gemeenteraad.

Henny Strooij

In een toelichting op haar ‘Motie vreemd aan de orde’ - d.w.z. niet geagendeerd voor de raadsvergadering - wilde de fractievoorzitter van GroenLinks een signaal afgeven. “Aan het begin van het nieuwe jaar nemen veel mensen zich voor slechte gewoonten te verlaten en beter, verantwoordelijker te gaan leven. Bij wijze van goed voornemen wil ik een motie indienen waardoor wij als raad laten blijken dat wij ons het lot van onze medemens aantrekken”.
Het initiatiefwetsvoorstel van PvdA en ChristenUnie beoogt een wijziging in de Vreemdelingenwet tot stand te brengen. Hierdoor moet het mogelijk worden dat minderjarige asielkinderen, die meer dan acht jaar in Nederland wonen en hier naar school gaan, niet worden teruggestuurd naar een land waarvan zij de taal niet spreken en de gewoonten niet kennen.
Het wetsvoorstel ligt nu voor advies bij de Raad van State. De verwachting is dat het nog dit jaar in de Tweede Kamer wordt besproken. De motie van Citterbartová was bedoeld als steun aan het wetsvoorstel.

Omdat hun politieke geestverwanten in de Tweede Kamer het initiatiefvoorstel hadden ingediend, kreeg de motie vanzelfsprekend steun van Ankie van Tatenhove (CU) en Astrid Oosenbrug (PvdA).
Oosenbrug reageerde in haar bijdrage meteen op een VVD-fractielid dat op Twitter een bijdrage leverde aan het debat: ‘Kinderpardon is signaal aan mensenhandelaren en uitgeprocedeerden dat NL zwakke knieën heeft. Dat een kind ticket tot verblijfsvergunning is’.
Burgemeester Van Vliet riep de raadsleden tot de orde: “Raadsdebatten voeren wij niet op Twitter, maar in de gemeenteraad”.

‘De buren’
Jeroen Heuvelink trok het debat naar de lokale situatie. “Asielkinderen werd niks gevraagd toen ze naar Nederland kwamen. Dikwijls waren ze in hun land van herkomst slachtoffer van politieke willekeur. Velen hebben hier nu een leven opgebouwd. D66 vindt het onbegrijpelijk dat je zulke kinderen nu terug zou willen sturen. Met welke argumenten? De minister heeft de bevoegdheid zelf te beslissen wie hij wel of niet uitzet. Dan gaat de politiek een rol spelen en worden minderjarige asielzoekers opnieuw het slachtoffer van politieke willekeur”.
Hij wees erop dat het ‘kinderpardon’ gemakkelijk een lokale aangelegenheid kan worden. “Het kan gaan over een kind dat hier woont en opgroeit”. De gemeente maakt zich terecht ook druk om de effecten van andere landelijke dossiers, zoals de overlast van de HSL, de luchthaven en het tracé van de A13/16, voegde hij er nog aan toe.

Dat laatste argument maakte geen indruk op fractievoorzitter Leon van Noort van de VVD. “Het gaat hier om een landelijke aangelegenheid. Wij steunen de motie dus niet”. Matthijs Ruiterberg (CDA) had weinig woorden nodig om te laten weten het met hem eens te zijn, evenals Eddy Neeleman.
Wouter Hopperbrouwer (Leebaar 3B) vond ‘de gemeenteraad geen achterban van de Tweede Kamer’. “De raad moet geen parlementje spelen”, zei hij. Hij steunde de motie van Citterbartová evenmin.
De GroenLinks-fractievoozitter dankte haar medestanders en vroeg de tegenstanders er nog even diep over na te denken. “Juist lokale gemeenschappen ondervinden de vaak trieste consequenties van uitzetting van minderjarige kinderen”, onderschreef zij het betoog van Heuvelink.
Astrid Oosenbrug wees op de asielkinderen in Lansingerland. ”Als je dat aantal in aanmerking neemt, krijgen wij ook met de problematiek te maken”.
Ankie van Tatenhove dankte Heuvelink ‘dat hij het probleem tot bij onze buren heeft gebracht’.

De D66-fractievoorzitter herinnerde nog aan de beelden van de Angolese jongen Mauro, die afgelopen najaar in de publiciteit kwam omdat hij dreigde te worden uitgezet naar het land dat hij als 9-jarige had verlaten.
“Het moet verschrikkelijk zijn om in zo’n situatie te zitten”, zei Heuvelink. “Iedereen praat over juridische regels, terwijl het om jouw leven en toekomst gaat”. Hij zei de motie als medeondertekenaar in stemming te willen laten brengen.
Maar het mocht niet baten: met alleen de stemmen van GroenLinks, ChristenUnie, PvdA, D66 en Behoud Huis de Haas vóór, werd de motie verworpen.

Bob Pleysier: ‘Misschien doeken ze Fedasil beter op’

Hij hoopte op een sterke minister van Asiel en Migratie. In plaats daarvan kreeg hij Maggie De Block. ‘En dat terwijl we dringend nood hebben aan visie en daadkracht’, zegt Bob Pleysier, voormalig topman van Fedasil.



Bob Pleysier
Bob Pleysier © Filip Van Roe
Elf jaar lang was Bob Pleysier directeur van het Brusselse opvangcentrum voor asielzoekers Klein Kasteeltje. Tot hij in 2002 de eerste directeur-generaal werd van Fedasil, het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers. Vijf jaar later werd hij weer aan de kant geschoven. Maar daarmee zijn ze in de Wetstraat nog niet van hem af. Integendeel. Vorige week schreef hij een gepeperde open brief aan staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block (Open VLD).

Wilt u haar eigenlijk wel een kans geven? U had er bij haar aanstelling duidelijk al een hard hoofd in. 
Pleysier: Ik vond het heel vreemd dat de partijvoorzitters voor haar hadden gekozen. Er waren toch genoeg andere mensen die veel meer van asiel en migratie kennen? Caroline Gennez (SP.A), bijvoorbeeld, of Gwendolyn Rutten (Open VLD). Het is echt erg dat zo’n belangrijke keuze door partijpolitieke kronkels wordt bepaald en niet door de competentie van de betrokkenen. En dat terwijl de sector drie jaar op een minister heeft moeten wachten.

En uiteindelijk een staatssecretaris kreeg. 
Pleysier: Ook al zoiets. Ik vraag me af hoe sterk Annemie Turtelboom (Open VLD) haar staatssecretaris zal steunen als ze zelf al zo veel geld nodig heeft voor Justitie. Weet u wanneer er veel middelen voor de opvang van asielzoekers werden vrijgemaakt? Toen Johan Vande Lanotte (SP.A) in de eerste regering-Verhofstadt verantwoordelijk was voor Maatschappelijke Integratie. Als vicepremier had hij geen enkel probleem om veel geld binnen te halen en dus kon hij in één dag drie opvangcentra kopen.

Hoe kan de instroom van asielzoekers worden afgeremd? 
Pleysier: Ik blijf pleiten voor een open terugkeercentrum. Asielzoekers die uitgeprocedeerd zijn, horen niet thuis in een opvangcentrum. We moeten die mensen daar weghalen en in een apart terugkeercentrum onderbrengen, waar alles gericht is op terugkeer.

Hoever mag een land gaan om asielzoekers af te schrikken? Hen bij vriestemperaturen buiten laten slapen? 
Pleysier: Het is duidelijk dat we dakloze asielzoekers van de straat moeten halen. Maar hen in de winter allemaal een bed geven, is nog geen beleid. Wat denkt een man dan die hier al drie jaar illegaal verblijft en plots door de overheid te slapen wordt gelegd? Die krijgt niet meteen het signaal dat we willen dat hij vertrekt, hè. Op langere termijn zal mevrouw De Block dus wel moeten laten onderzoeken wie die mensen zijn en wat ze in Brussel doen. De komende zes maanden mag het aantal bedden wel toenemen om de opvangcrisis het hoofd te bieden, maar daarna moet dat weer worden afgebouwd. Anders lopen we het risico dat uitgeprocedeerde mensen hier langer zullen blijven en dat we daarbij nog nieuwe asielzoekers aantrekken.

Fedasil bestaat straks tien jaar. Een reden om te feesten? 
Pleysier: Absoluut niet. (zucht) Fedasil was aanvankelijk een boeiend experiment. Maar het is helemaal verknoeid, en daar heb ik zelf flink schuld aan. Door de politieke inmenging gingen we elkaar wantrouwen. Op den duur was de organisatie te bang om verantwoordelijkheid op te nemen. Daardoor werd Fedasil een grote bureaucratie, en als directeur-generaal was ik niet sterk genoeg om dat te doorbreken. (AP)
Ik weet dan ook niet hoe het nu verder moet. Misschien dat er nog iets te redden valt als er snel een sterke directeur-generaal kan worden aangesteld. Als die tenminste door iedereen aanvaard zou worden. Anders kunnen ze het agentschap misschien beter opdoeken. (AP)

Raad breekt lans voor jonge asielzoekers

HARDENBERG - De gemeenteraad van Hardenberg trekt zich het lot aan van minderjarige asielzoekers, die in ons land zijn geworteld.
Die gevoelens zijn verwoord in een motie aan minister Gert Leers van immigratie en asiel. VVD en Liberaal Hardenberg stemden tegen.

Volgens PvdA toont de gemeenteraad met de motie 'een sociaal hart'. Het CDA meent dat het gaat om een select groepje kinderen. "We kennen geen gevallen in de gemeente Hardenberg."

De motie was ingediend door GroenLinks. Die partij verwacht dat de kwestie (zoals Mauro) in de toekomst wel in Hardenberg gaat spelen.

Koning ontvangt geen huur voor opvang asielzoekers

BRUSSEL - Heeft de koning geld verdiend aan de opvang van asielzoekers op zijn domein in Ciergnon? Premier Di Rupo en het Paleis ontkennen de klacht van kamerlid Theo Francken (N-VA).


Kamerlid Theo Francken is onthutst dat de koning de overheid laat opdraaien voor de kosten van een woning die hij ter beschikking stelt van asielzoekers. ‘We zijn wel wat gewoon van de koninklijke familie, maar dit is wel heel kras.'

Even terugspoelen naar de winter van 2009, toen er ook al een opvangcrisis was in dit land. Toenmalig eerste minister Yves Leterme (CD&V) riep zelfs de bevolking op om dakloze asielzoekers op te vangen. De koning deed zijn duit in het zakje, en stelde in Ciergnon, in de buurt van zijn statig kasteel, een leegstaande woning ter beschikking. In februari 2010 nam een Afghaanse asielzoekersfamilie met 2 kinderen haar intrek in een gedeelte van deze oude rijkswachtkazerne.

Francken wilde gisteren van premier Elio Di Rupo (PS) weten hoe de financiële kant van de zaak is geregeld. Di Rupo legde daarop uit dat het OCMW van Houyet de huurkosten draagt. ‘De huurkosten zijn water, elektriciteit, enzovoort. Er wordt géén huur aan de koning betaald', zei Di Rupo.

Burgemeester Yvan Petit (PS) bevestigde die uitleg. ‘De woning die de koning ter beschikking heeft gesteld wordt beheerd door het OCMW van onze gemeente. Wij staan in voor een aantal onkosten zoals gas, elektriciteit en ook voeding. Maar die onkosten krijgen we grotendeels terug van Fedasil, dat de opvang van asielzoekers in ons land regelt.'

‘De koning heeft nooit een euro gevraagd voor het ter beschikking stellen van deze woning. Hij heeft ook nooit een euro gekregen', beklemtoont ook Pierre-Emmanuel De Bauw, woordvoerder van het Paleis.

Hij erkent wel dat de huurlasten voor rekening van het OCMW van Houyet zijn. ‘Vermits het OCMW deze woning sinds 2010 ook volledig beheert, is dat toen zo afgesproken. Meer moet u daar niet achter zoeken.' 

dinsdag 7 februari 2012

SP: ‘Maastricht loopt erg achter met huisvesten verblijfsgerechtigde asielzoekers’

De SP zet vraagtekens rondom de uitvoering van de taakstelling van Maastricht om verblijfsgerechtigde asielzoekers te huisvesten.

Maastricht heeft een taakstelling voor het huisvesten van verblijfsgerechtigde asielzoekers. De nog te realiseren taakstelling vanaf 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011 was 123. Afgelopen donderdag berichtte L1 dat in Maastricht nog 200 mensen op een wachtlijst staan. Dit roept bij de SP fractie Maastricht enkele vragen voor het College op.
Minister Leers had de verwachting dat alle achterstanden eind 2011 zouden zijn weggewerkt. In een brief in december 2011 komt Leers hierop terug en stelt te verwachten dat per 1 januari 2012 de achterstanden nog lager zullen uitvallen dan op 1 juli 2011. De nog te realiseren taakstelling zou nog 102 mensen van de 123 zijn. De SP vraagt zich af wat er eigenlijk in deze tussenliggende periode gebeurd is.
Op L1 zegt wethouder Damsma verder dat er voldoende woningen worden aangeboden maar tegelijkertijd wordt er nu een plan van aanpak gemaakt met de corporaties om de achterstanden weg te werken. Dit vindt de SP vreemd. Tevens zegt Damsma dat niet iedereen naar Maastricht komt en het bij het COA ligt om mensen voor Maastricht aan te melden. Blijkbaar meldt het COA dan te weinig mensen voor de stad aan, neemt de SP aan.
Minister Leers acht het mogelijk en zeer gewenst dat op 1 juli 2012 alle achterstanden zijn weggewerkt. Het is de vraag of dit gaat lukken met de nieuwe aanvullende taakstelling voor de eerste helft van 2012. De SP vraagt het College tenslotte welke rol de Provincie hierin heeft als toezichthouder.

25 gemeenteraden steunen kinderpardon

DEN HAAG - Inmiddels 25 gemeenteraden steunen het initiatief voor een kinderpardon. Ze willen dat jonge asielzoekers die in Nederland geworteld zijn niet langer teruggestuurd worden naar hun eigen land.
Onder de 25 gemeenten zitten grote steden als Enschede, Eindhoven, Arnhem, Utrecht, Amsterdam en Breda. De gemeenteraden roepen hun burgemeester op de zaak aan te kaarten bij minister Gerd Leers (Asiel en Immigratie).
Petitie
Meer dan 118.000 mensen hebben inmiddels de petitie ondertekend die minister Leers oproept om jonge asielzoekers die in Nederland geworteld zijn niet terug te sturen naar hun eigen land. De oproep is bedoeld als ondersteuning voor een initiatiefwet van de PvdA en de ChristenUnie.
De oproep voor een kinderpardon begon half november op internet. Initiatiefnemers waren GroenLinks en een groep Bekende Nederlanders onder wie Angela Groothuizen, Marco Borsato, Paul de Leeuw en Khalid Boulahrouz.
Maatschappelijke steun
GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi vindt de recente oplossingen voor Mauro en eerder voor het Afghaanse meisje Sahar getuigen van willekeur in het asielbeleid. Hij steunt het initiatiefwetsvoorstel van PvdA en ChristenUnie om jonge vreemdelingen die 8 jaar in Nederland zijn en zich hier hebben geworteld een verblijfsvergunning te geven.
Maar voor die wet zal in de Kamer geen meerderheid te vinden zijn als VVD en CDA de rijen gesloten houden. Daarom hoopt Dibi op veel "maatschappelijke steun" voor het kinderpardon. Dat kan de politiek onder druk zetten, zegt Dibi.

Asielzoekers in vrieskou gezet

In Zwolle zwierf een uitgeprocedeerd Irakees gezin op straat. Ze kwamen uit Arnhem. De IND hielp ze niet bij hun terugkeer en ook niet uit de kou.
Het was Joop van Ommen die ze onderdak bood. Later kreeg hij met hulp van wethouder Nelleke Vedelaar een plaats geregeld bij het Leger des Heils. "Ik kreeg een telefoontje van een stichting uit Utrecht dat er op het station in Zwolle een gezin zat", vertelt Van Ommen tegen dagblad deStentor.
“Dit gebeurt er dus met uitgeprocedeerde asielzoekers, terwijl er was beloofd dat ze in deze kou niet op straat zouden worden gezet.”
Onnodig
Volgens minister Gerd Leers is het “onnodig en onwenselijk” dat gemeenten dit soort mensen helpen. De IND zou het goed geregeld hebben. Uit een inventarisatie van Gemeente.nu blijkt dat ruim 90 procent van de lezers het niet eens zijn met de minister.
"In Zwolle hebben we een geldpotje voor noodopvang en voor mensen die terug moeten, maar niet kunnen”, zegt wethouder Vedelaar dan ook in het dagblad. “Deze mensen kunnen hier in elk geval blijven tot een eventuele terugkeer geregeld is, we zetten geen mensen op straat."

zondag 5 februari 2012

'Dit kon men van ver zien aankomen'

Asielzoekers zijn geen gewone daklozen, zegt An Dussart van SOS Opvang. Ze hebben veel meer dan nachtasiel nodig. 'Het is vermoeiend dat we dit al drie jaar op rij moeten herhalen.'
Joseph is moe. De jonge Canadees heeft eergisteren een late shift gedaan in de noodopvang voor asielzoekers in Anderlecht, en is gisterochtend om zes uur weer begonnen. 'We zijn allemaal moe, en er was iemand die vanmorgen echt niet meer kon. Dus ben ik maar ingesprongen.' Sinds december is hij een van de medewerkers in het noodopvangcentrum van SOS Opvang.

Dat is een consortium van ngo's, waarvan er enkelen normaal gezien alleen in crisisgebieden in verre landen actief zijn. Maar nu dus ook in een oud kantoorgebouw in Anderlecht. Omdat de overheidsdienst Fedasil, die asielzoekers volgens de wet moét opvangen, in gebreke blijft.

'Vanwege de vrieskou schiet de overheid nu wakker, maar de situatie was in december al problematisch', zegt Joseph. Hij weet dat de staatssecretaris, Maggie De Block (Open VLD), de noodopvang aanvankelijk niet genegen was: 'Wij geven volgens haar het verkeerde signaal dat je in België altijd opgevangen zult worden. Maar asielzoekers hebben daar verdorie recht op!'

Sinds een week is de crisis nog aangescherpt, dankzij de koude en de media-aandacht die daarop is gevolgd. 'Het is nu zo koud dat we ook al eens mensen opvangen die niet meer in de asielprocedure zitten, of net afgewezen zijn. In deze omstandigheden kunnen we de regels niet al te strikt toepassen. Als je ziet dat gezinnen met heel jonge kinderen wekenlang in stations en parken hebben overnacht, dat kan echt niet. We hebben deze week een vrouw gehad die op het punt stond te bevallen. We hebben haar gelukkig naar het ziekenhuis kunnen overbrengen. Daar ben ik wel blij om. 

Medelijden is niet wat Joseph drijft. 'Ik probeer afstand te houden. Niet te zwelgen in de misère van deze mensen. Vrijwilligers die komen meehelpen, kunnen zich daar wel eens in verliezen. Maar die houding zet geen zoden aan de dijk. Medelijden lijdt tot een onevenwichtige situatie, waarbij ik mij boven de ander stel. Asielzoekers zijn niet minder dan u of ik. Het zijn gewone mensen die toevallig in de merde zitten. En die hun autonomie moeten herwinnen.'

150 plaatsen zijn er in de Noodopvang. Kandidaten moeten zich 's middags melden bij het Soep Punt van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, in het centrum van Brussel. Dat is vlakbij de dienst dispatching van Fedasil. Er is ook een kerk in de buurt waar warme kleren worden uitgedeeld. 'We proberen zoveel mogelijk te netwerken met al wie zich om de doelgroep bekommert', zegt Ann Dussart. Zij werkt bij Caritas International en is de woordvoerster van SOS Opvang.

Quiche

Tot nog toe werd er in de noodopvang 's avonds alleen soep geserveerd. Dussart: 'Een sociaal restaurant heeft deze week een kok afgevaardigd, zodat we vanavond quiche kunnen serveren.'

De noodopvang heeft zijn beperkingen: er is alleen douchegelegenheid voor wie ziek is, de kamers zijn koud en kleren moeten met de hand gewassen worden. Dussart: 'Staatssecretaris De Block zegt dat ze nu iedereen van straat wil halen. Dat is goed, maar ze vergeet daarbij dat asielzoekers geen gewone daklozen zijn. Nachtasiel alleen is voor hen niet genoeg. Asielzoekers hebben nood aan een meer doorgedreven begeleiding. Ze zijn nieuw in het land en staan er vaak helemaal alleen voor. Bovendien hebben ze récht op goede opvang.'

Adriaan Luyten (27) is in de keuken quiche aan het snijden. Hij is voor het eerst opgedaagd als vrijwilliger. 'We zijn met velen vanavond, ik vreesde al dat ik niets zou kunnen uitrichten. Maar de kok heeft mij goed aan het werk gezet.' Wat denkt hij over de noodsituatie? 'In de zomer is het minder erg. In deze koude kan het natuurlijk niet dat mensen op straat moeten overnachten.'

Marjan Claes (27), ook een vrijwilligster, is “sowieso, verontwaardigd over het in gebreke blijven van de overheid. 'Het is niet de eerste winter dat er zich problemen voordoen. Dit kon men van ver zien aankomen.'

Is ook Dussart ontgoocheld in de overheid? Ze glimlacht: 'Gelukkig is er deze week wel een en ander in beweging gekomen. Maar wij blijven pleiten voor onze specifieke doelgroep, de asielzoekers. Het is vooral erg vermoeiend, omdat we nu al drie jaar op rij hetzelfde moeten aanklagen. Dat we gezichten moeten tonen om te bewijzen dat ze echt bestaan. En het is niet door snel-snel wat extra bedden vrij te maken, dat je het probleem ten gronde oplost. Hopelijk moeten we dit volgend jaar niet weer doen.'

Wat ons bij Fedasil even van het hart moet

De geviseerde dispatching van het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers doet al het menselijk mogelijke, zegt Mieke Candaele, directeur communicatie bij Fedasil.
De voorbije dagen kreeg Fedasil wel eens het verwijt dat het zijn stem niet liet horen in heel de heisa rond de 'wintercrisis' in de asielopvang. Sommigen schijnen te vergeten dat deze crisis niet nieuw is, voor ons is dit al bijna vier jaar een dagelijkse realiteit. Onze adviezen om de crisis aan te pakken schreeuwen wij niet uit in de pers. Die bezorgen wij aan onze voogdijminister. Zo doen wij dat al jaren. Dat hoort bij de beleidsvoorbereidende opdracht van een administratie zoals Fedasil. Een publiek standpunt innemen over het beleid van deze of gene minister of staatssecretaris hoort daar niet bij. Hoe graag we dat de voorbije jaren soms ook hadden willen doen.

Reageren doen wij alleen wanneer ons agentschap zelf in het hart geraakt wordt. Zoals in de opiniebijdrage van sp.a-senator Dalila Douifi gisteren in De Morgen (DM 2/2). Mevrouw Douifi schrijft: "Door het gebrekkig functioneren van de dispatchingsdienst (sic) van Fedasil is er geen doorstroom naar de leegstaande opvangplaatsen." Mevrouw Douifi stelt dat er "tal van voorbeelden van onbenutte opvangplaatsen" zijn bij Fedasil. Ze haalt één voorbeeld aan: een appartement in Roeselare dat volgens haar leegstaat, terwijl Fedasil daarvoor elke maand huur betaalt.

Het is misschien zinvol om eens uit te leggen hoe de dispatching van Fedasil werkt. Vandaag telt heel ons opvangnetwerk 24.456 plaatsen. Als gevolg van de opvangcrisis hanteert Fedasil een opvangmodel in drie fasen voor de asielzoekers: van transitopvang over collectieve opvang naar individuele opvang. Nieuwkomers gaan eerst naar de transitopvang, bijvoorbeeld in de kazernes van het Rode Kruis. En elke dag stromen er mensen vanuit de transitopvang door naar de 'reguliere' collectieve opvang. Daarbij proberen we alle lege plaatsen op te vullen.

Gisteren heeft onze dispatching 88 mensen laten verhuizen van de transitopvang naar de collectieve opvang en 158 mensen van de collectieve naar de individuele opvang. Dat is dan de derde fase, die wordt georganiseerd door de OCMW's in hun Lokale Opvanginitiatieven (LOI's) en door de ngo's. Een asielzoeker die vier maanden in de collectieve opvang heeft verbleven, moet in principe verhuizen naar een individuele opvangplaats. Wat nog niet betekent dat dit altijd ook meteen gebeurt. Om te beginnen moet er plaats zijn. En verder zit de individuele opvang ook ietwat anders in elkaar. De LOI's en de ngo's met hun kleinschalige opvang zijn immers gebonden door de gewestelijke regelgeving, de wooncodes, en kunnen ook niet zo flexibel omspringen met vrije plaatsen als de collectieve centra. Zo kan je geen alleenstaande man onderbrengen in een vijfpersoonskamer waar al een gezin van vier verblijft.

Respect
Elke maand organiseren de medewerkers van de dispatching van Fedasil 6.000 'bewegingen' in het opvangnetwerk. Ter herinnering: het is diezelfde dienst die sinds oktober 2009 al 13.000 asielzoekers op straat heeft moeten zetten omdat er voor hen geen plaats was. Iedereen die ooit getuige is geweest van deze 'niet-toewijzingen' begrijpt waarover ik het heb. Daarom hebben alle collega's van Fedasil en de opvangpartners het grootste respect voor deze mensen die, gewapend met, inderdaad, hun Excel-tabellen, telefoons en de moed der wanhoop, elke dag opnieuw het onmogelijke doen om voor iedere man, vrouw en kind onderdak te vinden.

Dat mevrouw Douifi vandaag uitgerekend deze mensen viseert, die deze crisis elke dag samen met de getroffen asielzoekers lijfelijk ondergaan, is onbegrijpelijk.

Vandaag is ons opvangnetwerk voor 99,64 procent bezet. Dat betekent dat er van de 24.456 bedden, verspreid over meer dan 500 gemeenten in heel België, slechts 87 niet bezet zijn. Dat zoiets eigenlijk een klein wonder mag heten, heeft mevrouw Douifi nu misschien begrepen.

Vluchteling open boek in 'mensenbieb'

ZIERIKZEE - Je leent er geen boek, maar gaat in gesprek met vluchtelingen die proberen voor jou een open boek te zijn.
VluchtelingenWerk presenteert vandaag tijdens het open huis in het Ondernemers Atelier aan het Calandplein in Zierikzee de 'mensenbieb'. VluchtelingenWerk wil informatie verschaffen door mensen over zichzelf en hun achtergrond te laten vertellen en heeft daartoe vluchtelingen uit Somalië, Iran, Jamaica, Irak en Azerbeidjaan bereid gevonden. VluchtelingenWerk ziet de mensenbieb als een prachtige, ludieke en ontspannen manier om vooroordelen aan de kaak te stellen. Bezoekers zijn welkom van 12.00 tot 15.00 uur.

Birmese vluchtelingen in dubio


VLUCHTELINGENKAMP MAE LA - De predikant staat voor meer dan driehonderd jonge Birmese vluchtelingen die in een verweerde kerk in de Thaise jungle bijeen zijn voor het ochtendgebed.
”Er is een tijd voor oorlog en een tijd voor vrede. Drieënzestig jaar is lang genoeg om te moorden. Ik hoop jullie allemaal snel te zien in ons prachtige land”, zegt de predikant, Simon Htoo. Een paar maanden geleden zou hij dergelijke opgewekte woorden waarschijnlijk niet hebben gesproken, maar verrassend snelle hervormingen en bestanden die in Myanmar in de maak zijn bieden uitzicht op de terugkeer van een van de grootste groepen vluchtelingen ter wereld: Ze vormen een van de minst bekende diaspora uit de recente geschiedenis, bestaande uit een keur van etnische en religieuze groepen. Onderdrukking van andersdenkenden en wrede militaire campagnes tegen minderheden hebben de Birmezen op de vlucht gejaagd.
In sommige delen van het land gaan het geweld en de mensenrechtenschendingen door en zelfs als dat niet zo zou zijn zouden veel vluchtelingen aarzelen om terug te keren. Tientallen jaren van haat, achterdocht en misleiding zijn niet zo maar uitgewist.
Een van de etnische groepen, de Karen, probeert zich door middel van een strijd voor grotere autonomie al 62 jaar te ontworstelen aan de opeenvolgende militaire regimes. De Kachin pakten de wapens pas vorig jaar op.
”Het is heel makkelijk om een staakt-het-vuren te sluiten, dat kun je in een paar minuten doen, maar om het uit te voeren is een andere zaak. Dat hangt niet af van de glimlachen op hun gezicht, maar van hun oprechtheid. Misschien is het een nieuwe truc”, zegt Htoo, een doopsgezinde Karen-predikant, na afloop van de dienst in het Thaise kamp, dat meer dan vijftigduizend vluchtelingen herbergt.
Behalve in Thailand verblijven er vluchtelingen in Bangladesh, India, Maleisië en China. Hun leefomstandigheden lopen enorm uiteen. In Bangladesh verkeren vierhonderdduizend illegale Rohingya, een islamitische minderheid, in stinkende kampen in erbarmelijke omstandigheden. Anderen wonen in een reeks goed uitgeruste, door de Verenigde Naties erkende kampen langs de Thaise grens. De vluchtelingen wonen daar al drie generaties en velen kennen geen ander bestaan.
De meesten zouden terugkeren naar grensgebieden waar de dorpen met de grond gelijk zijn gemaakt, de bevolking is getraumatiseerd en die vol mijnenvelden liggen. Het zijn de armste gebieden van Myanmar, op zijn beurt een van de armste landen ter wereld. De internationale gemeenschap staat te klappen voor de veranderingen die in het land gaande zijn, wat bij veel vluchtelingen de angst heeft doen ontstaan dat de druk voor hen om terug te keren voor de omstandigheden daar rijp voor zijn toeneemt.
”De mensen in de vluchtelingenkampen moeten kunnen kiezen of ze teruggaan naar huis, in Thailand blijven of zich in een ander land vestigen. We vertrouwen de Birmese politiek niet, omdat het allemaal nog onduidelijk is”, zegt Cynthia Maung, een arts die door de vluchtelingen de Birmese Moeder Theresa wordt genoemd. In haar kliniek aan de Thaise grens zijn duizenden vluchtelingen behandeld. “Niemand gaat nu terug”, zegt ze.
Hoewel hulporganisaties en vertegenwoordigers van de vluchtelingen voorzichtig praten over eventuele repatriëring, vluchten nog elke maand grofweg duizend Birmezen naar Thailand, zegt Jack Dunford. Hij staat aan het hoofd van een organisatie die voedsel en andere benodigdheden aan de Thaise kampen levert.
Thailand zegt geen vluchtelingen terug te zullen sturen tot de situatie in Myanmar veilig is. “Er is geen tijdschema opgesteld voor hun terugkeer”, zegt Thani Thongphakdi van het ministerie van buitenlandse zaken.
Maar in Bangladesh worden meer dan honderdduizend vluchtelingen voorbereid op hun repatriëring en over de terugkeer van de rest wordt met Myanmar onderhandeld.
”We proberen de vluchtelingen ertoe te zetten om terug te keren naar huis, omdat we geloven dat de mensenrechtensituatie is verbeterd”, zegt Firoz Salahuddin, een ambtenaar die de leiding heeft over de repatriëring. “Maar dat is een moeilijke klus. De vluchtelingen zijn nog altijd bang en hebben veel overreding nodig.”
Zij die daarvoor in aanmerking komen kunnen zich in andere landen vestigen. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie hebben andere landen sinds 2005 114 duizend Birmese vluchtelingen opgenomen. Negentigduizend van hen zijn in de Verenigde Staten terechtgekomen, de rest in twaalf andere landen, waaronder Australië, Canada, Zweden en Japan. Dit jaar zullen maximaal achttienduizend vluchtelingen in derde landen worden gevestigd.
De VS zijn van plan zowel de vluchtelingen te blijven helpen als de hulp aan Myanmar op te voeren, als de hervormingen worden voortgezet. Andere donors die zich enthousiast hebben getoond over de recente veranderingen, met name de Europese Unie, verleggen hun aandacht en hulp echter naar Myanmar zelf en dat merken de vluchtelingen.
Dunford zegt dat de voedselhulp dit jaar verder verlaagd zal moeten worden naar ‘een kritieke’ 1650 calorieën per persoon, ruim onder het door de Wereldgezondheidsorganisatie vastgestelde dagelijkse minimum van 2100 voor een volwassene. Ook zal er minder bamboe, waarmee hutten worden gebouwd, worden geleverd en gaan de salarissen van onderwijzers in de kampen omlaag.
In kampen als Mae La worden de ontwikkelingen in Myanmar op de voet gevolgd, met een mengeling van hoop, angst, achterdocht en aarzeling.
”Ik wil terug naar mijn land, maar nu nog niet. In de steden zijn misschien veranderingen gaande, maar niet in de provincie”, zegt May Soe, die naar Thailand vluchtte nadat Burmese soldaten haar vader om het leven hadden gebracht en vrouwen in haar dorp hadden verkracht. De verleiding was groot om haar broer achterna te reizen naar de VS, maar de 41-jarige arts besloot op de kinderafdeling van de kliniek van dokter Cynthia te blijven werken.
Anderen, zoals de 36-jarige onderwijzer Saw Wado zijn klaar om terug te keren en te helpen bij de wederopbouw van hun land.
”We hebben zo lang zo’n karig bestaan geleid dat we niet bang zijn om terug te gaan naar huis”, zegt hij.
In de Zorgvilla, een opvanghuis in het kamp voor de zwaarst gehandicapten, zingt een groep jonge mannen die blind zijn geworden of ledematen zijn kwijtgeraakt door landmijnen vol enthousiasme een hymne.
”We weten niet wat morgen zal brengen, wat de toekomst voor ons in petto heeft, maar God zal ons de weg wijzen”, zingen ze meerstemmig en zuiver.

Half miljoen nieuwe vluchtelingen in Congo

(archieffoto) © afp
In het oosten van de Democratische Republiek Congo hebben 500.000 mensen hun huizen ontvlucht. Dat meldt de VN-radio Okapi op basis van getuigenissen van humanitaite hulpverleners.
 
Noord- en Zuid-Kivu zijn sinds vorig jaar het toneel van confrontaties tussen het Congolese leger en lokale en buitenlandse milities, en van geweld tussen de milities onderling. (belga/edp)

Boodschappendozen sparen voor Vluchtelingen in Linschoten en Montfoort.

T/m 11 februari krijgt u bij de Golff spaarzegels voor een Boodschappenpakket; t/m 18 februari kunt u de volle zegelkaarten inleveren bij de Golff.

Heeft u nog zegels (of incomplete zegelkaarten)over? Alweer voor het 5e jaar kunt u de zegels en kaarten, die u zelf niet gebruikt, een goede bestemming geven. U kunt de zegels en kaarten in het blikje doen bij Golff Supermarkt, op de plank onder het mededelingenbord.

U kunt ze ook tot 18 februari in de bus doen bij ondergetekende op de Nieuwe Zandweg 6a te Linschoten.

De Boodschappenpakketten zijn bestemd voor vluchtelingen, die in Linschoten en Montfoort wonen en die ze heel goed kunnen gebruiken.
Alvast bedankt. 

St. Noodfonds VluchtelingenWerk Montfoort-Linschoten,
Gusta de Jong-Bakker (tel. 0348 - 41 62 65).

Asielzoeker daagt Iran uit

LUTTELGEEST/DEN HAAG - De Iraanse asielzoeker Masoud Zavary (45) uit het azc Luttelgeest wil van de Iraanse regering de bevestiging dat zijn staatsburgerschap is komen te vervallen.
Vandaag (vrijdag) dient hij daartoe een verzoek in bij de Iraanse ambassade in Den Haag.

Advocaat P.B. Bogaers uit Nieuwegein spreekt van een 'unieke zaak' en over 'een buitengewoon moedige daad'. "Dit is nog nooit voorgekomen. Om dit zo openlijk te doen moet je de moed bezitten van de eerste christenen. Ik verwacht eerlijk gezegd geen reactie van het Iraanse bewind, maar weet wel dat dit verzoek nog dezelfde dag op de agenda van de geheime dienst van dit land zal staan. Want dit vinden ze in Teheran niet leuk."

Tijdens de Irak-Iran oorlog, waarin hij vier jaar vocht, bekeerde Zavary zich tot het christendom. Terug thuis werd hij actief in de ondergrondse kerk, maar door zijn familie, waaronder zijn (voormalige) echtgenote bij de autoriteiten aangegeven. Twintig dagen werd hij gemarteld in de gevangenis. Zijn vader kreeg hem vrij door 30.000 euro te betalen. Zavary zag geen andere mogelijkheid dan naar het buitenland te vluchten.

Inmiddels is hij na negen jaar Nederland uitgeprocedeerd. Kort geleden moest Zavary het azc in Luttelgeest verlaten. De Moriakerk in Emmeloord, waartoe Zavary behoort, onderhoudt hem nu in een stacaravan op het erf van een boerderij ergens in het ijzige polderlandschap.

Volgens advocaat Bogaers zal Zavary als voormalig moslim en christen een terugkeer naar Iran niet overleven. Als hij het verlies van het staatsburgerschap kan aantonen kan een nieuwe asiel-procedure gestart worden. Dat biedt ook perspectief voor andere asielzoekers.

In Iran is er geen scheiding tussen kerk en staat. De islam en het burgerschap zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. "Daarom heb ik me de vraag gesteld of een Iraanse moslim die zich tot het christendom bekeert ook automatisch het burgerschap van Iran verliest", aldus advocaat Bogaers. "Die vraag is nog nooit eerder officieel gesteld. Iran zegt staat en geloof wel uit elkaar te kunnen zien, maar in de praktijk wordt een tot het christendom bekeerde moslim vogelvrij. Terugkeer naar het land is onmogelijk. Daarom is het des te treuriger dat de Nederland mensen als Zavary wél terug wil sturen."

Extra bedden, en toch blijven veel asielzoekers op straat

Pas na een politieke storm en het inschakelen van een taskforce is staatssecretaris Maggie De Block (Open VLD) er in geslaagd in een eerste fase 295 extra bedden te vinden voor asielzoekers en daklozen. Dan is het des te opvallender dat die vaak ongebruikt bleven. 'Veel mensen verstoppen zich uit schrik', zegt De Block. 
De staatssecretaris voor Asiel en Migratie is er allerminst in geslaagd om de cijfers die zij en haar kabinet dinsdagavond opdisten ook waar te maken. Er was sprake van 500, 800 of zelfs duizend extra bedden voor dinsdagnacht en de daaropvolgende nachten. Die cijfers werden niet gehaald: De Block creëerde met de hulp van het Rode Kruis en Defensie wel 295 extra plaatsen voor asielzoekers. De komende nachten moeten er wel nog enkele honderden bijkomen (zie hieronder). Als alles goed gaat, want veel eigenaars van de betrokken gebouwen verzetten zich tegen de komst van asielzoekers en daklozen.

Ondertussen kon De Block wel aankondigen dat ze iedereen die dat wou een bed heeft bezorgd. De vraag is namelijk kleiner dan verwacht. Van de 180 bedden in het pand van de Regie der Gebouwen in Molenbeek waren er slechts 105 bezet. Volgens De Block heeft dat te maken met een ingebakken schrik bij asielzoekers. 'Veel mensen verstoppen zich, uit schrik voor registratie', zei ze gisteren. 'Maar we móéten ze wel registreren. Anders weten we bijvoorbeeld niet hoeveel mensen in de Brusselse parken leven.'

Tv en radio

Dat betekent dat ondanks alle extra opvangplekken toch nog erg veel mensen de nacht op straat doorbrengen. Het is allerminst evident om alle betrokkenen te vinden én te informeren. 'We proberen iedereen zo goed en zo kwaad als mogelijk in te lichten', klinkt het op De Blocks kabinet. 'Maar die mensen kijken natuurlijk geen tv en luisteren niet naar de radio. Alles moet via mond-tot-mondreclame, vaak ook via de hulpverleners. Maar dat is niet evident.' Bij De Block hopen ze dat meer mensen de weg naar de hulpverlening vinden. Hoe dan ook blijven de extra plaatsen beschikbaar zolang de vrieskou aanhoudt.

Maggie De Block krijgt intussen nog altijd de steun van de regering. Maar ook gisteren was het weer opvallend dat Open VLD-vicepremier Vincent Van Quickenborne zowat als haar woordvoerder optrad. Open VLD wil iedereen de lust ontnemen om er nog maar aan te denken het ontslag van De Block te vragen. 'De regering regeert en Maggie De Block doet haar werk', zei Vincent Van Quickenborne gisteren. 'Ze heeft getoond dat ze de meerderheid en de oppositie kan overtuigen.' 

De asielzoeker is niet meer dan een klant

Asiel en migratie is niet alleen een kwestie voor Maggie De Block (Open Vld) maar ook voor Geert Bourgeois (N-VA). Dat stelt Danny Wildemeersch, hoogleraaraan het Lab voor Educatie en Samenleving van de KU Leuven.
De 'wintercrisis' van de voorbije dagen bracht opnieuw de tekortkomingen van het federale opvang- en asielbeleid van de voorbije jaren aan het licht. Staatssecretaris De Block mocht de kastanjes uit het vuur halen in de media. De steeds weerkerende crisissituaties maken duidelijk dat dit maatschappelijke probleem duurzame oplossingen noodzakelijk maakt, niet alleen op het federale maar ook op het gewest- en gemeenschapsniveau.

Drie jaar geleden, tijdens mijn vakantie in Oostende, stelde ik vast hoe tientallen mensen zonder papieren in het Maria Hendrikapark schuilden voor de regen. Het plaatselijke CAW (centrum algemeen welzijnswerk) bood voedselpakketten aan en de mogelijkheid om te douchen. Het CAW ging uit van het basisrecht van iedere mens in nood om geholpen te worden, en van de morele plicht van het welzijnswerk om die nood te lenigen. Ondertussen paste de plaatselijke politie, op instructie van de gemeentebestuurders, een heel andere strategie toe. De asielzoekers werden opgepakt en gedurende 24 uur in hechtenis genomen, of gewoon met een politiecombi de stad uit gezet. De bedoeling van de actie was de toeloop van asielzoekers in te dammen.

Die twee uiteenlopende strategieën zorgden in de loop van de voorbije jaren in Oostende voor nogal wat spanningen tussen het gemeentebestuur en het CAW. Zo'n centrum is voor zijn subsidies in belangrijke mate afhankelijk van het plaatselijke bestuur. Om de opdracht van welzijnsbevordering te kunnen realiseren, is voldoende autonome handelingsruimte ten aanzien van de politieke opdrachtgevers wenselijk. En daar hebben die opdrachtgevers het dikwijls moeilijk mee, zeker op het conflictueuze terrein van migratie en integratie. Dat blijkt ook nu weer uit de wijze waarop de bestuurders in Vlaanderen in de toekomst de integratiesector wensen te herstructureren.

Postdemocratisch
De Vlaamse regering keurde onlangs een conceptnota goed waarin de herstructurering van de integratie- en inburgeringssector wordt aangekondigd. Volgens de plannen is er nu nood aan meer coherentie, een geïntegreerde werking, een centrale aansturing vanuit het Vlaamse beleid en een meer vraaggestuurde aanpak. Een centraal instrument daarbij is de installatie van het Agentschap Integratie en Inburgering. Dit is een EVA, of een extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, dat uitvoering geeft aan het integratie- en inburgeringsbeleid van de Vlaamse overheid op basis van een beheersovereenkomst met de bevoegde minister.

Het Kruispunt Migratie en Integratie (het vroegere Vlaams Minderhedencentrum, VMC) ondersteunt momenteel de lokale integratiediensten. Het Kruispunt is de verzameling van onthaalbureaus, integratiecentra, sociale tolk- en vertaaldiensten, huizen van het Nederlands, de Vlaamse tolkentelefoon en veertig lokale integratiediensten. De bestuurders van het Kruispunt maken zich zorgen over de hervormingsplannen. Gevreesd wordt voor een groot verlies aan autonomie van de sector, omdat die ertoe gedwongen wordt in eerste instantie het beleid van de overheid uit te voeren en te legitimeren. De ontwikkeling lijkt de stelling te bevestigen van vele prominente sociaal-wetenschappelijke onderzoekers dat we in een postdemocratisch tijdperk zijn aanbeland. De plannen tot hervorming van de sector weerspiegelen een beleidslogica die haaks lijkt te staan op een democratische logica.

De beleidslogica wordt tegenwoordig bijna exclusief geïnspireerd door het nieuwe managementsdenken, met als centrale kern de relatie tussen dienstverlener en klant. Alle sectoren van het maatschappelijke leven zijn er ondertussen mee vertrouwd. Wat oorspronkelijk bedoeld was om de effectiviteit, de efficiëntie en de competitiviteit in de profitsector aan te scherpen, heeft zich momenteel van hoog tot laag verspreid in alle sectoren van de non-profit en de publieke sector: welzijn, cultuur, zorg, openbaar bestuur, publieke media, enzovoort.

Het nieuwe managementsdiscours doordringt het handelen van alle actoren die het beleid vormgeven en uitvoeren. Wil je middelen krijgen van de overheid om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de samenleving en haar burgers, dan moet je je inpassen in dat managementsverhaal. Zo ook de sector van integratie en inburgering.

Die beleidslogica lijkt plausibel. De schaarse overheidsmiddelen moeten op verantwoorde wijze worden ingezet met het oog op een maximaal rendement. Niet de verantwoording van de inzet van de schaarse middelen op zich is een probleem. Problematisch is dat verantwoording in toenemende mate begrepen wordt als een managementsverhaal. En in dat verhaal is de burger niet langer een politiek subject, maar een klant die recht heeft op 'goed bestuur' en in ruil daarvoor actief participeert in de samenleving.

Volgens de nota zullen in de toekomst woonwagenbewoners, asielzoekers en eerste- en tweedegeneratiemigranten door het Agentschap worden aangesproken als individuele klanten die worden begeleid naar "zelfwerkzaamheid en aansluiting bij het reguliere aanbod van organisaties, diensten en lokale besturen". Zo wordt de dienstverlening een contractuele aangelegenheid. De integratiedienst ondersteunt de klant in zijn emancipatietraject (bijvoorbeeld het verwerven van de Nederlandse taal, het vinden van een job). In ruil daarvoor zet de klant zich in als actieve burger: bevordert mee de sociale cohesie, integreert zich in de arbeidsmarkt en is bovenal zelfredzaam. Voor wat, hoort wat.

Nood aan debat
Terwijl emancipatie vroeger een politiek project van strijd tegen onrecht was, lijkt het nu in de ogen van de overheid op het individuele traject van een klant die gebruikmaakt van een efficiënte dienstverlening, zodat hij volwaardig lid kan worden van de gemeenschap. Politiek wordt herleid tot 'goed bestuur'. Democratie is samenspraak, binnen de contouren van de na te streven consensus. Die gerichtheid op consensus is de kern waar het in de postpolitieke visie op democratie om draait. Er wordt een samenleving verbeeld - de warme samenleving - waar we allen samen zo veel mogelijk naar streven. Conflicten en tegenstellingen worden opgelost met behulp van sociaal-technologische vormen van management.

Maar is het nastreven van consensus waar het in de democratie om gaat? Critici van de postpolitieke samenleving wijzen erop dat democratie altijd gaat over de erkenning van het verschil, over dissensus, conflicten en (ant)agonismen. Willen we dat het integratieproces democratisch en niet louter technocratisch is, dan kan het niet dat de integratiesector herleid wordt tot een louter verlengstuk van het beleid. De welzijnssector in het algemeen en de integratiesector in het bijzonder hebben nood aan autonomie om zich, op basis van hun eigen professionele deskundigheid én hun opvattingen over gerechtigheid, te verantwoorden tegenover het beleid én tegenover de samenleving. Ruimte voor levendige en respectvolle tegenspraak is daarbij wezenlijk.

In het debat over de conceptnota is het van belang dat de discussie niet wordt ingeperkt tot het hoe, het wat en het waar van een agentschap. Een ruimer debat is nodig over de verbindingen en afbakeningen van de verschillende sectoren actief in het domein van integratie en inburgering, over de autonomie van de diensten in relatie tot het beleid, over gevarieerde vormen van verantwoording ten aanzien van het beleid én de samenleving, en ten slotte over de betekenis van pluralisme in de context van integratie en inburgering.

Deze opiniebijdrage werd mee ondertekend door volgende professoren en assistenten van de KU Leuven: Jan Masschelein, Maarten Simons, Stefan Ramaekers, Joke Vandenabeele, Joris Vlieghe, Ilse Geerinck, Nick Schuermans, Nancy Vansieleghem (UGent), Toon Braeckman, Tim Heysse, Rudi Laermans.