Joseph is moe. De jonge Canadees heeft eergisteren een late shift gedaan in de noodopvang voor asielzoekers in Anderlecht, en is gisterochtend om zes uur weer begonnen. 'We zijn allemaal moe, en er was iemand die vanmorgen echt niet meer kon. Dus ben ik maar ingesprongen.' Sinds december is hij een van de medewerkers in het noodopvangcentrum van SOS Opvang.

Dat is een consortium van ngo's, waarvan er enkelen normaal gezien alleen in crisisgebieden in verre landen actief zijn. Maar nu dus ook in een oud kantoorgebouw in Anderlecht. Omdat de overheidsdienst Fedasil, die asielzoekers volgens de wet moét opvangen, in gebreke blijft.

'Vanwege de vrieskou schiet de overheid nu wakker, maar de situatie was in december al problematisch', zegt Joseph. Hij weet dat de staatssecretaris, Maggie De Block (Open VLD), de noodopvang aanvankelijk niet genegen was: 'Wij geven volgens haar het verkeerde signaal dat je in België altijd opgevangen zult worden. Maar asielzoekers hebben daar verdorie recht op!'

Sinds een week is de crisis nog aangescherpt, dankzij de koude en de media-aandacht die daarop is gevolgd. 'Het is nu zo koud dat we ook al eens mensen opvangen die niet meer in de asielprocedure zitten, of net afgewezen zijn. In deze omstandigheden kunnen we de regels niet al te strikt toepassen. Als je ziet dat gezinnen met heel jonge kinderen wekenlang in stations en parken hebben overnacht, dat kan echt niet. We hebben deze week een vrouw gehad die op het punt stond te bevallen. We hebben haar gelukkig naar het ziekenhuis kunnen overbrengen. Daar ben ik wel blij om. 

Medelijden is niet wat Joseph drijft. 'Ik probeer afstand te houden. Niet te zwelgen in de misère van deze mensen. Vrijwilligers die komen meehelpen, kunnen zich daar wel eens in verliezen. Maar die houding zet geen zoden aan de dijk. Medelijden lijdt tot een onevenwichtige situatie, waarbij ik mij boven de ander stel. Asielzoekers zijn niet minder dan u of ik. Het zijn gewone mensen die toevallig in de merde zitten. En die hun autonomie moeten herwinnen.'

150 plaatsen zijn er in de Noodopvang. Kandidaten moeten zich 's middags melden bij het Soep Punt van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, in het centrum van Brussel. Dat is vlakbij de dienst dispatching van Fedasil. Er is ook een kerk in de buurt waar warme kleren worden uitgedeeld. 'We proberen zoveel mogelijk te netwerken met al wie zich om de doelgroep bekommert', zegt Ann Dussart. Zij werkt bij Caritas International en is de woordvoerster van SOS Opvang.

Quiche

Tot nog toe werd er in de noodopvang 's avonds alleen soep geserveerd. Dussart: 'Een sociaal restaurant heeft deze week een kok afgevaardigd, zodat we vanavond quiche kunnen serveren.'

De noodopvang heeft zijn beperkingen: er is alleen douchegelegenheid voor wie ziek is, de kamers zijn koud en kleren moeten met de hand gewassen worden. Dussart: 'Staatssecretaris De Block zegt dat ze nu iedereen van straat wil halen. Dat is goed, maar ze vergeet daarbij dat asielzoekers geen gewone daklozen zijn. Nachtasiel alleen is voor hen niet genoeg. Asielzoekers hebben nood aan een meer doorgedreven begeleiding. Ze zijn nieuw in het land en staan er vaak helemaal alleen voor. Bovendien hebben ze récht op goede opvang.'

Adriaan Luyten (27) is in de keuken quiche aan het snijden. Hij is voor het eerst opgedaagd als vrijwilliger. 'We zijn met velen vanavond, ik vreesde al dat ik niets zou kunnen uitrichten. Maar de kok heeft mij goed aan het werk gezet.' Wat denkt hij over de noodsituatie? 'In de zomer is het minder erg. In deze koude kan het natuurlijk niet dat mensen op straat moeten overnachten.'

Marjan Claes (27), ook een vrijwilligster, is “sowieso, verontwaardigd over het in gebreke blijven van de overheid. 'Het is niet de eerste winter dat er zich problemen voordoen. Dit kon men van ver zien aankomen.'

Is ook Dussart ontgoocheld in de overheid? Ze glimlacht: 'Gelukkig is er deze week wel een en ander in beweging gekomen. Maar wij blijven pleiten voor onze specifieke doelgroep, de asielzoekers. Het is vooral erg vermoeiend, omdat we nu al drie jaar op rij hetzelfde moeten aanklagen. Dat we gezichten moeten tonen om te bewijzen dat ze echt bestaan. En het is niet door snel-snel wat extra bedden vrij te maken, dat je het probleem ten gronde oplost. Hopelijk moeten we dit volgend jaar niet weer doen.'