Vijfde meer migranten vrijwillig terug naar thuisland in 2011

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie © photo news

Er zijn vorig jaar 3.746 vreemdelingen vrijwillig naar hun land van herkomst teruggekeerd. Dat is 21 procent meer dan de 3.088 van het jaar voordien, aldus staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block. Voor het eerst gaat het in ruim de helft van de gevallen om uitgeprocedeerde asielzoekers.

De stijging van het aantal vrijwillige terugkeerders wijt De Block aan een reeks maatregelen van Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken zoals de sensibilisering van asielzoekers, duidelijke communicatie over de negatieve beslissingen en subsidies uit het Europees Terugkeerfonds (1.256 personen). De meeste terugkeerders zijn afkomstig uit Brazilië (770), gevolgd door Kosovo (457), Rusland (270), Oekraïne (262) en Macedonië (219).

Beste oplossing
Staatssecretaris De Block wil in de toekomst nog meer inzetten op vrijwillige terugkeer, wat ze beschouwt als "de beste en meest humane oplossing". "Daarom moeten we de komende jaren daarin extra investeren door bijvoorbeeld de opening van een terugkeercentrum". Speciaal opgeleide coaches moeten de migranten dan weer helpen overtuigen naar hun thuisland terug te keren. 

Verbeterd
Eerder vandaag verbeterde het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatslozen (CGVS) de bevoegde staatssecretaris, Maggie De Block (Open Vld). Zij had het in een interview eerst over 15 procent van de positieve beslissingen inzake asielaanvragen in ons land, om dat later te corrigeren naar een verhouding 90/10. CGVS spreekt van 23,5 procent. 

Er werden in ons land vorig jaar 25.479 asielaanvragen ingediend, een toename met 27,8 procent ten opzichte van 2010. Dankzij extra personeel en efficiëntieverhogingen kon het commissariaat 45,8 procent meer beslissingen nemen (16.828), al blijft er een aanzienlijke achterstand van 9095 dossiers.

Het kabinet van De Block (Open Vld) wijst er op dat de cijfers die de staatssecretaris gaf slaan op het aantal medische regularisaties en niet op het totaal aantal asielaanvragen.

Versnelde procedure
In 16,98 procent van de gevallen eindigde de procedure met een erkenning van het vluchtelingenstatuut, wat een onbeperkt verblijfsrecht inhoudt. Daarnaast kreeg 6,5 procent "subsidiaire bescherming", wat de asielzoeker tijdelijk verblijfsrecht geeft. Het CGVS past vanaf dit jaar overigens een versnelde behandeling toe op alle nieuwe asielaanvragen. Binnen maximaal drie maanden wil het commissariaat voortaan een beslissing nemen. De versnelde procedure werd al toegepast voor asielzoekers uit de Balkanlanden.

In het regeerakkoord zegt de regering Di Rupo alles in het werk te zullen stellen om binnen 6 maanden na een aanvraag een definitief antwoord te kunnen geven. Met een versnelde behandeling wil het commissariaat daar zijn steentje toe bedragen, zegt CGVS-woordvoerster Tine Van Valckenborgh.

Herkomstlanden
Afghanistan (2.758), Guinee (2.134), Irak (1.948) en Rusland (1.618) waren vorig jaar de belangrijkste landen van herkomst van asielzoekers. De Balkan is met vier landen (Kosovo, Servië, Macedonië en Albanië) goed vertegenwoordigd in de top 10 van herkomstlanden. "Hun aandeel schommelt voortdurend, afhankelijk van de impact van maatregelen rond ontrading, versnelde behandeling en terugkeeracties", klinkt het bij het CGVS.

Midden-Oosten
Ook de Arabische Lente is zichtbaar in de cijfers. Hoewel de aantallen relatief laag bleven, kwamen er vorig jaar toch opvallend meer aanvragen van Egyptenaren, Libiërs, Syriërs en Tunesiërs. Van Valckenborg merkt op dat het ook kan gaan om mensen die al langer illegaal in België verbleven en afgelopen jaar pas het vluchtelingenstatuut hebben aangevraagd. 

Het aantal niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in België is vorig jaar zo goed als verdubbeld tot 1.649, tegenover 896 het jaar voordien. In 2006 ging het nog om 384 minderjarigen.

Afghanistan
Bijna de helft van de niet-begeleide minderjarigen is afkomstig van Afghanistan (762). Volgend land is Guinee met 284 jongeren, terwijl Congo (DRC) met 55 aanvragen al op plaats drie komt. Opvallend is voorts dat het in vier op de vijf gevallen om jongens gaat (80,84%), waar die in 2007 nog 68,4 procent vertegenwoordigden.

De Block liet vandaag in de Kamer nog verstaan dat de problematiek van de niet-begeleide jongeren haar nauw aan het hart ligt. "Ik wil die kinderen een echte toekomst bieden", benadrukte ze. Het blijkt echter hoe langer hoe moeilijker om nog voogden te vinden. Een honderdtal van de betrokken jongeren leeft vandaag ook nog steeds op hotel, zei ze nog. (belga/ep)