Vlakbij de Brusselse Grote Markt baat de Belg van Marokkaanse afkomst al achttien jaar Hotel Mozart uit. En al achttien jaar vangt hij daklozen op in zijn kamers, vaak tientallen tegelijk. 'Of het nu asielzoekers zijn of Belgen, dat maakt niet uit. Wie nergens heen kan, kan hier terecht', vertelt Ben. 'Hier krijgen ze een warm bed, drie maaltijden per dag en kunnen ze even hun familie bellen. Er zijn zoveel mensen die hulp kunnen gebruiken. En aan de verhalen die ik hoor, merk ik dat de miserie elk jaar groter wordt.'

54 kamers zijn er in Hotel Mozart, vijftien daarvan worden momenteel gratis gebruikt door 42 mensen zonder dak boven het hoofd. 'Ach, in de winter is het sowieso rustiger in het hotel. Maar ik heb betalende gasten genoeg. Bovendien: de bedden zijn er, brood wordt toch gehaald en de maaltijden worden bereid. Waarom ze dan niet delen? Ik zie miljonairs die alles krampachtig voor zichzelf houden. Hoe kan je dan gelukkig zijn? Ik ben tevreden als ik anderen een plezier kan doen.'

Baby van twee weken

Deze week brak de asielcrisis in alle hevigheid uit en vannacht was de koudste nacht van de winter tot nu toe. Voor de meesten van ons een klein ongemak, voor sommigen een ramp. In één van de kamers zit een jonge vrouw op bed, haar baby stevig in haar armen. Maria (21) kwam anderhalve maand geleden vanuit Griekenland naar België. Amper twee weken geleden werd haar zoontje Alex geboren. Sinds enkele dagen logeert ze in Hotel Mozart. 'In de kraamkliniek werd me verteld dat ik hier misschien terecht kon. Ben heeft me opgevangen. Een groot geluk. Ik ben zo goed als alleen in dit land en als ik hier niet terecht kon, zou ik met mijn baby op straat moeten slapen. Waar ik nadien heen moet, weet ik niet, maar daar denk ik niet aan. Ik probeer nu vooral te genieten van de rust en de warmte hier.' Een verdieping hoger kijken Jean-Pierre (63) en Willy (69), rasechte Brusselaars, vanop hun bed naar televisie. 'Soms kunnen we terecht in de nachtopvang voor daklozen, maar hier worden we tenminste écht opgevangen. Zo blijven we van de straat en uit de cafés.'

Van tentje naar hotel

Ben Abderrahman is niet de eerste de beste. Opvangorganisatie Samu Social spreekt vol lof over hem en in 2009 werd hij uitgeroepen tot Brusselaar van het jaar. Wie aanklopt bij Hotel Mozart, heeft doorgaans horen fluisteren dat Ben hen met open armen zal ontvangen. 'Het enige dat ik in ruil vraag, is respect', zegt hij. 'Ik wil dat wie ik opvang, om halftien 's avonds binnen is. Er zijn zoveel verlokkingen op straat en ik wil niet dat ze hier stomdronken binnenstrompelen. Tegen wie dat wel doet, zeg ik: misschien moet je een heel klein beetje moslim worden. Er is niets mis met een glas alcohol, maar te veel drinken, brengt ellende mee.'

Als de avond valt, komen vier kleine kinderen het restaurant van het hotel ingelopen. Ben geeft hen een glas fruitsap, dat de broertjes en zusjes lachend aannemen. De vier maken deel uit van een Kosovaars Roma-gezin dat de nacht voordien nog doorbracht in de bijtende kou. Wekenlang leefden ze in en rond hun tentje in het Brusselse Maximiliaanpark, maar nu zijn ze zichtbaar opgekikkerd. 'Een familie die het zo moeilijk heeft, met vier leuke kindjes, die kan je toch niet in de kou laten staan? Die lachende gezichten, daar doe ik het voor', zegt Ben.