woensdag 18 januari 2012

Kerk moet adviseren bij toelaten christelijke asielzoekers

UTRECHT – Kerken zouden de overheid hun expertise moeten aanbieden bij het nagaan van de christelijke identiteit van Iraanse asielzoekers. Zo luidde maandag een conclusie tijdens een minisymposium in Utrecht.
De bijeenkomst, die ongeveer zeventig mensen trok, ging over de positie van Iraanse asielzoekers die christen zijn geworden. Het minisymposium in het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk was georganiseerd door Kerk in Actie en het Platform Christen Asielzoekers Iran (PCAI).
Iraanse christenen met een moslimachtergrond lopen het risico teruggestuurd te worden naar het land van herkomst. Als ze zich houden aan een „laag profiel” (niet opvallen) hoeven ze geen problemen te verwachten, meent de Nederlandse regering. Mr. Frans Willem Verbaas, advocaat vreemdelingenrecht, zei gisteren dat christenen met een moslimachtergrond in Iran wel degelijk de kans hebben om gevangengenomen te worden als ze meedoen aan bijeenkomsten in huiskerkdiensten. Volgens hem lopen ze dan het risico van marteling en langdurige een­zame opsluiting.
Verbaas toonde begrip voor het feit dat Iraanse moslims pas in Nederland overgegaan tot het christendom. Nogal wat Iraanse moslims zijn gedesillusioneerd en staan open voor het christendom als ze in Nederland komen. De advocaat begreep dat de autoriteiten onderzoeken of de overgang van asielzoekers naar het christendom echt is.
Medewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gaan bij hun ondervraging volgens Verbaas echter nogal eens subjectief te werk. Een Iraniër moest zijn favoriete Bijbelverhaal noemen. Hij had het over de werkers in de boomgaard en wist niet in welk evangelie het verhaal stond. Toen geloofden ze hem niet.
Vaak vragen IND-medewerkers naar de doop van de asielzoeker, maar pasbekeerden zijn niet altijd in staat de datum daarvan te noemen, zoals ze zich ook de namen van getuigen niet kunnen herinneren en ze evenmin kunnen vertellen waarom ze juist voor die bepaalde kerk gekozen hebben, aldus Verbaas. Hij stelde voor om de kerken meer te betrekken bij het screenen van deze christenen.
Dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, heeft over de bekering van een aantal cliënten van Verbaas een expertise­rapport geschreven. Deze rapporten wachten op toetsing door een rechtbank. Hij vertelde dat hij in de ontmoeting met Iraanse pasbekeerde christenen kritisch was, maar de gesprekken hadden hem verwonderd. „Ik ontmoette mensen die tot hun eigen vreugde de God van liefde ontmoet hebben en geen weerstand aan Hem konden bieden. Het is zichtbaar dat ze hun leven aan Christus hebben gegeven en dat ze de kosten daarvan willen dragen.”
Tijdens de forumdiscussie merkte dr. Plaisier op te hopen dat de overheid gebruik gaat maken van de expertise van kerken op dit punt. De kerken zouden een speciaal team moeten samenstellen en het zou normaal moeten worden dat de mening van kerken in de eindbeslissing meeweegt.
Ook ChristenUnie-Kamerlid Voordewind vindt dat de kerken actiever moeten zijn. „Het kan helpen als kerken een goede context voor asielzoekers neerzetten”, vindt hij.
De slotverklaring van het mini­symposium pleit voor samenwerking tussen IND en kerken. „Een toetsingscommissie met personeel van de IND en vertegenwoordigers van kerken (en eventueel externe deskundigen) ligt voor de hand. We stellen aan de minister voor Immigratie en Asiel voor om hierop beleid te ontwikkelen.” De aanwezigen werd gevraagd deze verklaring in hun eigen kerk aan de orde te stellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten