Keniaanse veiligheidstroepen mishandelen, verkrachten, en sluiten willekeurig Somaliërs op. Dat zegt de gereputeerde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). De mishandelingen van voornamelijk Somalische vluchtelingen en etnische Somaliërs met de Keniaanse nationaliteit (die in het grensgebied wonen) vinden plaats sinds het Keniaanse leger vorig jaar Somalië binnentrok.

Een medewerker van HRW zag woensdag hoe veiligheidstroepen inwoners van de grensstad Garissa bijeendreven en in elkaar sloegen in een open veld bij een kamp van het Keniaanse leger. 'Wanneer militairen burgers op klaarlichte dag in elkaar kunnen slaan zonder vrees voor repercussies, is straffeloosheid duidelijk de norm geworden', zegt Daniel Bekele van HRW.

Het is niet voor het eerst dat Human Rights Watch deze beschuldiging uit. Maar, aldus de organisatie, 'de herhaalde beloftes van het leger en de politie om deze misstanden te stoppen en te onderzoeken zijn op niets uitgelopen.'

De ergste misstanden zouden plaatsvinden in het Keniaanse vluchtelingenkamp Dadaab, waar bijna een half miljoen Somalische vluchtelingen zijn ondergebracht.

Een Keniaanse legerwoordvoerder zegt dat de aantijgingen worden onderzocht. Keniaanse troepen trokken in oktober Somalië binnen om de strijd met de moslimterreurorganisatie Al-Shabab aan te gaan.