Van onze redactrice

Vier jaar geleden besloot de federale regering de asielcrisis te bedwingen door een einde te stellen aan de financiële opvang van asielzoekers. Ze krijgen sindsdien geen centen meer, maar wel kost en inwoon in een opvangcentrum. Van de financiële opvang ging immers een aanzuigeffect uit.

Fanny François, de topvrouw ad interim van Fedasil, het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, pleit er nu in de krant De Zondag voor om terug te keren naar het vroegere systeem: omdat de opvangcentra vol zitten, zouden asielzoekers die al een half jaar in zo'n centrum verblijven, beter naar de lokale besturen worden doorverwezen. Zo zou er plaats vrijkomen voor de vele nieuwkomers, zegt ze.

Het probleem is nijpend: 'Donderdag moesten we 146 mensen de deur wijzen. Als er elke maand bijna 3.000 mensen toekomen, kunnen we er zeker 700 niet toewijzen aan de opvangcentra. Dat was in september al het geval en het zal alleen nog erger worden. Ook deze winter zullen kinderen en vrouwen in de vrieskou moeten overleven.'

Ook het Rode Kruis sprak zich dit weekend voor het eerst in lang uit, en zei dat er tegen het einde van het jaar mogelijk 4.000 mensen op straat zullen staan.

De Fedasil-topvrouw geeft toe dat haar voorstel een feitelijke terugkeer naar de financiële ondersteuning van asielzoekers zou inhouden. 'Al kunnen de lokale besturen ook besluiten de asielzoekers in kleinschalige initiatieven op te vangen. Dat zou hoe ook beter zijn dan de noodopvang van vorig jaar in kazernes. We moeten een structurele oplossing vinden.'

Achterpoortjes

Monica De Coninck (SP-A), de voorzitter van het Antwerpse OCMW, zucht eens diep als ze het voorstel van Fedasil voor een eenmalig spreidingsplan hoort: 'Hoe dikwijls hebben we nu al het woord “eenmalig, gehoord in deze context?'

Ze is er niet bang voor: 'Ik veronderstel dat Antwerpen en Gent daarvan gespaard zouden blijven, zoals de vorige keer. Dan klink ik natuurlijk niet erg loyaal tegenover de andere besturen. Maar wij hébben al zo enorm veel asielzoekers. Weet u dat onze werklast sinds 2008 verdubbeld is, naar nu meer dan 8.000 OCMW-cliënten, en dat ik zelfs geen maatschappelijk werkers meer vind om hen te begeleiden?'

Bovendien lost zo'n spreidingsplan niets op 'zolang de asielprocedure met zijn vele achterpoortjes dezelfde blijft', meent De Coninck. 'Wat we nodig hebben is een transparante asielprocedure en een strikte opvolging. Moet iemand het land uit, dan moeten we er ook op toezien dat het effectief gebeurt. Nu blijft iedereen die een negatief antwoord krijgt, toch hangen en niemand doet er iets tegen. Als we een efficiënt uitwijzingbeleid zouden hebben, zouden we ook een goed migratiebeleid kunnen voeren, waarbij we nieuwkomers selecteren zoals Canada en Australië doen.'

Melchior Wathelet (CDH), de ontslagnemende staatssecretaris voor Migratie en Asiel, hoopt de instroom van asielzoekers te beperken door een lijst van 'veilige landen' in te voeren. Dat zouden vooral Balkanlanden zijn - uit Albanië is de toestroom de jongste weken groot. Inwoners van die landen zouden geen asiel meer kunnen aanvragen, tenzij ze kunnen bewijzen dat ze vervolgd zijn. Hun procedure zou hooguit 15 dagen mogen duren. Het beroep ertegen zou niet opschortend zijn: na 15 dagen vervalt sowieso het recht op opvang.

Wathelet wilde het wetsvoorstel in de regeringsonderhandelingen aan bod laten komen, maar omdat die uitlopen, gaat hij het misschien toch sneller aan de Kamer voorleggen.