woensdag 7 september 2011

Somalische milities doen gouden zaken met voedselhulp


© reuters
In Somalië profiteren gewapende groepen van de vreselijke hongersnood die er momenteel plaatsvindt. Ze houden Somalische vluchtelingen vast in kampen om de aanvoer van voedsel door hulporganisaties te verhinderen. Het voedsel dat ze stelen, wordt op markten verkocht.
Mohamed Elmi (69) en zijn gezin kregen tot nu toe nauwelijks eten in het vluchtelingenkamp in Mogadishu waar ze verblijven. Gewapende mannen besturen het kamp, stelen voedsel en houden vluchtelingen die willen vertrekken tegen, zegt hij. Volgens Elmi wordt het voedsel gestolen omdat hulporganisaties het afleveren bij de mensen die het kamp beheren en niet bij de hongerslachtoffers zelf. En de vluchtelingen mogen niet vertrekken, omdat anders de voedselleveranties ophouden.

"Ik weet niet wie hier de baas is, maar we hebben keer op keer gezegd dat we niets krijgen van de leiding van het kamp. En we kunnen hier niet weg om een betere plaats te zoeken", zegt Elmi, die niet wil dat de naam van het kamp genoemd wordt, omdat hij bang is zijn veiligheid daarmee in gevaar te brengen.

Onofficiële kampen
Tienduizenden wanhopige, hongerige Somaliërs uit het door droogte getroffen zuiden van het land krijgen de voedselhulp niet die voor hen bestemd is. Gewapende mannen hebben op eigen houtje vluchtelingenkampen opgezet in Mogadishu, met als doel het stelen van voedselhulp. Dat voedsel zou verkocht worden op plaatselijke markten.

Er zijn tientallen kampen in de Somalische hoofdstad Mogadishu. De onofficiële "kampen" worden gerund door plaatselijke milities. Zij sturen vluchtelingen die de stad binnenkomen door naar bijvoorbeeld lege gebouwen.

Profiteren
Dat gebeurde ook met Mahad Iyo (54), die in augustus in Mogadishu aankwam, op zoek naar hulp. Iyo zegt dat hij samen met anderen dagen heeft gelopen om Mogadishu te bereiken. Bij aankomst in de stad werd hij begroet door gewapende mannen en naar een leegstaand overheidsgebouw gedirigeerd. "Ze willen van ons profiteren", zegt Iyo nu over de mannen die hem aanvankelijk zo vriendelijk hulp aanboden. "We staan niet geregistreerd voor hulp en we krijgen ook niet regelmatig hulp. Hulporganisaties brengen voedsel en andere benodigdheden, maar die spullen worden in beslag genomen door de kampleiding", zegt Iyo.

Bureaucratie
Mohamed Nur, een voormalige militieleider, leidt een van de vele kampen in Mogadishu. Hij is bereid tot een gesprek "om zaken duidelijk te krijgen." Nur erkent geen ervaring te hebben met hulpverlening en zegt dat hij niet aangesteld is door de regering of hulporganisaties. Hij heeft zelf verantwoordelijkheid genomen, zegt hij, nadat hij zag "hoeveel wanhopige Somaliërs er naar de stad kwamen."

"Wie doet dit werk als wij het niet doen? De regering is corrupt en hulporganisaties kennen de mensen niet beter dan wij. Dus hebben we een kamp voor 20.000 mensen opgezet. Maar de hulporganisaties brengen onvoldoende voedsel voor de mensen", zegt Nur, geflankeerd door mannen met kalasjnikovs, buiten het kamp waar minder dan 2.000 mensen verblijven.

"Zinloos werk"
Nur zegt dat hij geen register bijhoudt over de mensen in het kamp of de voedselleveranties. Hij en zijn medevrijwilligers hebben geen tijd voor zinloos papierwerk, zegt hij. Nur voegt eraan toe dat de overheid en hulporganisaties ook niet van hem vragen om papieren in te vullen. Hij ontkent dat er hulpgoederen gestolen worden. Veel mensen in het kamp klagen echter over gebrek aan hulp en voedsel.

Het hoofd Rampenbeheer van de overheid, Abdullahi Mohamed Shirwa, zegt dat zijn bureau de klachten serieus neemt en er alles aan doet om de problemen aan te pakken. "Bij rampen van deze omvang ontstaan vaak problemen en het kost tijd die op te lossen." Hij voegt eraan toe dat het bij voedseldiefstallen om "geïsoleerde incidenten" gaat.

Geen bescherming
Momenteel vertrekken er veel vluchtelingen uit het overheidskamp Badbaado in Mogadishu. Tien mensen kwamen daar op 5 augustus om, toen gewapende mannen, vermoedelijk van overheidstroepen, probeerden hulpgoederen buit te maken die waren uitgedeeld aan kampbewoners. Een hulpverlener zegt dat het kamp nu nog maar ongeveer de helft de oorspronkelijke 4.000 gezinnen telt.

"Mensen gaan weg omdat ze merken dat ze niet geholpen en beschermd worden", zegt de hulpverlener. De regering heeft de moorden in Badbaado veroordeeld en beloofd de verantwoordelijken te vervolgen, maar er is nog niemand gearresteerd.

3,6 miljoen hulpbehoevenden
De Verenigde Naties schatten dat er dit jaar bijna 100.000 mensen zijn aangekomen in Mogadishu, op de vlucht voor de honger in het zuiden van het land. Ongeveer 3,6 miljoen mensen in het door oorlog verscheurde land hebben hulp nodig. De Verenigde Naties hebben maandag gezegd dat de honger zich heeft uitgebreid heeft naar de regio Bay in het zuiden van Somalië. Daar dreigen ongeveer 750.000 mensen om te komen. (ips/adb)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten