De Verenigde Naties en de Iraakse regering hebben een overeenkomst bereikt over een regeling voor de ongeveer 3.400 Iraanse vluchtelingen in het kamp Ashraf. De vluchtelingen, leden van de zogenaamde Volksmoejaheddin die tegen het regime in Teheran gekant zijn, krijgen tijdelijk een nieuw onderkomen in de vroegere Amerikaanse militaire basis Camp Liberty, in de buurt van de internationale luchthaven van Bagdad. Dat heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton laten weten.
In de vroegere militaire basis kan de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR nagaan of de Iraniërs het statuut van vluchteling kunnen krijgen. Dat is een noodzakelijke eerste stap om voor de vluchtelingen een nieuwe woonplaats buiten Irak te vinden. Clinton beklemtoonde dat de Iraniërs ook achter de verhuis moeten staan. Er wordt hen gevraagd met de VN samen te werken. Irak wil van het kamp af, omdat het een bedreiging vormt voor de banden met buurland Iran. De afgelopen jaren is Ashraf herhaaldelijk het doelwit geweest van aanvallen door het Iraakse leger. In april nog kwamen meer dan 30 mensen om het leven. De Iraakse dictator Saddam Hoessein liet het kamp Ashraf in de jaren 80 aanleggen, op zo'n 80 kilometer ten noorden van Bagdad. Het moest in de oorlog met Iran dienen als basis voor een in ballingschap georganiseerde Iraanse weerstand. Er leven nu nog 3.400 Iraniërs die echter op gespannen voet leven met de Iraakse autoriteiten. Vertegenwoordigers van de door sjiitische partijen gedomineerde Iraakse regering, die goede relaties onderhoudt met het regime in Teheran, bestempelen de Volksmoejaheddin als een "terreurbeweging". (VRW)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten