Als burgemeester van Maastricht schreef Gerd Leers meermalen brieven naar Den Haag om te pleiten voor schrijnende gevallen onder de Maastrichtse asielzoekers. Minister Leers moet nu voortaan zijn oude ik, namelijk de burgemeester, naast zich op het pluche laten zitten om te beoordelen of een uitgeprocedeerde asielzoeker bij uitzondering toch in Nederland mag blijven.
Dat is de boodschap van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, die door minister Leers (immigratie en asiel) was gevraagd te kijken naar de invulling van zijn discretionaire bevoegdheid. Daarmee kan de minister aan het eind van de lange asielprocedure aan uitgeprocedeerde mensen in schrijnende gevallen alsnog een verblijfsvergunning toekennen.De uitkomst van het advies verbaast niet. Leers opperde al begin dit jaar dat het lokale bestuur een grotere rol moet krijgen. Het rapport geeft hem zijn zin: de minister zou moeten luisteren naar burgemeesters en lokale organisaties voor hij zijn oordeel velt. De gemeenten weten immers in hoeverre de asielzoeker geworteld is.
Dat klinkt sympathiek, maar het valt te bezien of het werkt. Het komt neer op het optuigen van weer een extra beoordelingsorgaan. Leers worstelt zichtbaar met zijn taak en de harde kanten ervan, maar het is wel zijn verantwoordelijkheid. De ministeriële discretionaire bevoegdheid is er voor individuele gevallen en moet in stilte worden uitgeoefend. Natuurlijk is het goed als de minister daarbij zijn licht opsteekt bij burgemeesters, en hij kan rekening houden met de mate van geïntegreerdheid zoveel als hij wil. Zodra deze bevoegdheid echter wordt opgesierd met een breed maatschappelijk adviesorgaan, duurt het niet lang of er is sprake van beleid, van nieuwe regels. Het Sahar-criterium dat Leers introduceerde - Afghaanse verwesterde meisjes die hier acht jaar zijn, mogen niet uitgezet - was al een eerste stap.
Bovendien leert de Duitse ervaring met dit soort lokale adviesraden dat willekeur op de loer ligt. Laten we er niet omheen draaien: voor mooie en slimme kinderen die het keurig doen op school, zet iedereen zich graag in. Maar wat doen we als asielzoekers niet sympathiek zijn, ziek of zwak en daardoor moeilijk wortelen, maar wel een schrijnend geval zijn? Ook kan het nogal verschillen per gemeente hoe actief men zich inzet voor de eigen asielzoekers.
Leers zal vroeg of laat moeten komen met een ruimhartiger asielbeleid. Te beginnen met de hier gewortelde minderjarige asielzoekers.
ga naar artikel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten