URK – „Ik mis mijn familie al meer dan tien jaar. Eéns hoop ik ze terug te zien.” Bij het monument voor de op zee gebleven vissers in Urk verwoordt een Iraanse asielzoekster haar gevoelens van het gemis van dierbaren. Het is een plaats van herkenning. Urkers en asielzoekers delen hun pijn in het hart.
Stil zitten ze in een kring te luisteren. Zo’n tien min of meer bekende Urkers en een ongeveer even grote groep asielzoekers. De woorden van de Zoon des Mensen uit Mattheüs 25 klinken. „Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij geherbergd.”
Straks gaat de groep een wandeling maken door het vissersdorp. Maar eerst trekt voorzitter Jan Pieter Mostert van de Stichting Gave, die kerken en vluchtelingen ondersteunt bij het leren kennen van het Evangelie, vanuit het gelezen gedeelte lijnen naar het heden. „In het spreken van Jezus lag altijd liefde. Hij zag mensen aan. Zo moeten wij leren Hem na te volgen.”
De Stichting Gave organiseerde dinsdag in Urk een wandeling onder de titel ”Talk to Walk”. Onderweg gingen Urkers, onder wie predikanten, een wethouder, een bekende voetballer en vertegenwoordigers van plaatselijke verenigingen, met elkaar in gesprek.
Doel van de wandeling is Nederlanders in contact te brengen met vluchtelingen, zegt pr-manager Henk Koelewijn van Gave. „De asielprocedure in Nederland wordt steeds korter. Er is daardoor minder gelegenheid om relaties aan te gaan met vluchtelingen. Een christen zoekt als het goed is deze contacten omdat de liefde van Jezus hem dat ingeeft. Door de verkorting van de toelatingsprocedure voor vluchtelingen hebben we een tekort aan vrijwilligers. Daarom zoeken we meer mensen die contacten willen leggen met asielzoekers.”
Gave wil de Urkers die dinsdag meeliepen niet meteen zelf interesseren om vluchtelingen te bezoeken, bijvoorbeeld in het nabijgelezen asielzoekerscentrum in Luttelgeest. „Het gaat erom dat er iets op gang komt. Een beweging waardoor meer mensen zich realiseren: Als ik iets wil laten zien van mijn drijfveren, moet ik het contact met de ander aangaan”, aldus Koelewijn.
Tijdens de wandeling langs het Urker vissersmonument, de vuurtoren, bedrijven, de haven, de kerk en het oorlogsmonument in het dorp, zijn er mogelijkheden te over om contacten te leggen. Bij het monument vertelt kunstenaar Geert Weerstand over de vissers die in 1968 met hun schip op het IJsselmeer vergingen. „Een van de redders van toen is later helaas ook zelf omgekomen.”
Het verdriet van Urk op deze plaats spreekt de asielzoekers meer aan dan enige andere locatie in het dorp. De groep blijft lange tijd staan kijken. „Voor mij is dit herkenbaar”, zegt een Iraanse vrouw zacht. „Ik mis mijn familie al meer dan tien jaar. Eéns hoop ik ze terug te zien.” Weerstand: „De mensen die op zee verdronken, zien we in dit leven niet meer terug. Maar we hopen op een weerzien na dit leven.”
Bij de vuurtoren komt het gesprek, mede door de door Gave meegegeven gesprekspunten voor de wandeling, op Jezus Christus, het Licht der wereld. Een Iraniër en een Afghaan, die in Nederland christen werden en korte tijd geleden gedoopt zijn, vinden het een herkenbaar beeld. „Vroeger was mijn moeder mijn baken in de zee”, zegt een van hen. „Nu is het Jezus Christus. Ik heb Hem leren kennen door de Bijbel, het Woord van God.”
Het gesprek komt tijdens de wandeling meermalen op vreemdelingschap. De term roept herkenning op bij Urkers en asielzoekers. „Als je Jezus wilt volgen, ben je een vreemdeling in je eigen land”, zegt een jonge Afghaan. „Je bent een afvallige. Maar het was Jezus Zelf die zei: „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld.” Daarom is het niet vreemd om verdrukking te ervaren.”
Hoewel de Urkers niet kunnen meepraten over vervolging, is het anders zijn dan anderen wel herkenbaar. „Wij lopen vaak tegen vooroordelen aan. „Urk, daar gebruiken alle jongeren drugs”, is er zo een. Het is soms moeilijk daarmee om te gaan.” Een Turks-Koerdische vluchteling beaamt dat. „Mensen denken: asielzoekers stelen. Eens zag ik bij de supermarkt dat iemand zijn portemonnee liet liggen. Ik gaf hem aan de caissière. Ze keek me zo verwonderd aan dat ik dacht: Geloof je nou echt niet dat ik eerlijk ben?”
Directeur Jan Pieter Mostert van Gave hoopt dat de wandeling meer Urkers inspireert om zich in te zetten voor asielzoekers. „Ik heb goede hoop. Vanavond mag ik een inleiding houden voor
de diaconieën van de Urker kerken. En op 24 juni is er voor het eerst een internationale kerkdienst.”